Driekwart van alle hbo-studenten maakt zich (soms) zorgen over de studieschuld. Dat blijkt uit recent onderzoek van het lectoraat Schulden en Incasso van de Hogeschool Utrecht. Bijna de helft van de studenten heeft in de afgelopen drie maanden weleens een brief van een incassobureau gekregen of een betalingsregeling getroffen. Het geeft goed aan dat een problematische schuld lang niet altijd voortkomt uit roekeloos geld over de balk smijten maar iedereen kan overkomen. Zelfs als je volwassen leven nog maar net begonnen is.

De NVVK streeft naar een generatie zonder problematische schulden. Dat doen we onder meer door een relatief goed systeem van schuldhulpverlening, waarmee we in Europa tot de eredivisie behoren. Daarbij helpt het dat er de laatste jaren veel meer aandacht is voor armoede en schulden in politiek Den Haag. Ook lokale overheden spannen zich in om mensen in financiële problemen te helpen. Zo heeft de gemeente Utrecht in 2018 als ambitie gesteld om de Domstad ‘schuldenvrij’ te maken. Heel mooi maar dat zal in ieder geval niet lukken bij een prominente bevolkingsgroep in Utrecht: studenten.

Vetpot
Natuurlijk is het logisch dat van studenten een eigen bijdrage wordt gevraagd bij de investeringen in hun toekomst. Met de afschaffing van de basisbeurs is de ruimte om te lenen verruimd. Nu kunnen studenten iedere maand zo’n duizend euro lenen. Zeker in steden waar studentenkamers al snel zo’n 400 euro kosten, is dat geen vetpot. Alhoewel veel studenten bewust met hun schuld omgaan, en de meesten niet aan het plafond zitten van wat ze kunnen lenen, is het ‘gratis’ ter beschikking stellen van een maandelijkse pinautomaat met duizend euro tegoed niet zonder risico’s. De verleiding om toch die net iets duurdere vakantie te kiezen of toch maar zo’n MacBook te kopen in de hoop dat alles later wel goed komt, zal menigeen niet kunnen weerstaan. Gemiddeld eindigen studenten met een schuld tussen de 20-30.000 euro. Dat hoeft niet problematisch te zijn maar bij tegenslag kan het opeens een blok aan het been worden.

DUO
Zeker in de wetenschap dat jonge mensen vaak gevoeliger zijn voor een beloning op korte termijn boven de gevolgen in de verdere toekomst, schuift de overheid hiermee behoorlijk veel verantwoordelijkheid in de schoenen van studenten. Bovendien geeft de overheid hiermee een signaal waar vraagtekens bij te zetten zijn: ‘Maak je geen zorgen over je studielening want later ga je toch genoeg verdienen en bij DUO zijn ze ook heel soepel met afbetalingen.’ Maar een student die een bekeuring van 95 euro incasseert voor het appen op de fiets en deze even voor zich uit schuift – toch tien procent van het maandbudget – krijgt opeens een iets minder relaxte overheid aan de deur. Een snel oplopende boete kan het begin zijn van een ernstige schuldenproblematiek. Met als wrang detail dat de meeste gemeenten studenten niet toelaten tot de schuldhulpverlening omdat de studiefinanciering niet mag worden ingezet voor het aflossen van schulden en studenten niet (volledig) beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt. Stoppen met studeren is dan vaak het enige alternatief. Daar wordt niemand beter van. Gelukkig zijn er inmiddels enkele kredietbanken zoals in Apeldoorn en Assen die de deur wel openzetten voor studenten.

Catalogus
Dit voorbeeld geeft aan dat problematische schulden niet zijn voorbehouden aan lager opgeleiden tussen de 26 en 45 jaar oud die vast komen te zitten omdat ze hun baan kwijt raken of iets te uitbundig uit de Wehkamp-catalogus bestellen. Ook jonge mensen kunnen fors in de financiële problemen raken waar ze maar moeizaam uit komen. We zien zelfs een toename in deze leeftijdsgroep.

Betalingsachterstand
Zo’n tien procent van alle mensen met problematische schulden is jonger dan 26 jaar. Meer dan 300.000 jongeren hebben bijvoorbeeld een of meer risicovolle schulden of betalingsachterstanden. Een kwart van alle jongeren loopt achter met betalen, het vaakst van de ziektekostenverzekering of de telefoonrekening. Vooral jongeren die geen werk hebben en geen onderwijs volgen, hebben vaker schulden en lopen het meeste risico om vast te lopen. Ook omdat veel werkgevers niet zitten te wachten op loonbeslagen. Zo kan een vicieuze cirkel ontstaan: een schuldregeling wordt lastig wanneer er onvoldoende aflossingscapaciteit is en geen uitzicht op een stabiel inkomen over 36 maanden. Bovendien wachten schuldeisers soms liever af totdat betere tijden aanbreken, zodat zij niet open staan voor het kwijtschelden van schulden. Voor zwerfjongeren is het allemaal nog ingewikkelder. Zij hebben geen inkomen, geen vaste verblijfplaats en geen betaalrekening. Veel gemeenten stimuleren dat zij een opleiding gaan volgen en daarmee meer kans maken op re-integratie. Alleen kan dat haaks staan op de eis om een baan te vinden, zodat zij schulden af kunnen lossen… Ga er maar aan staan. Het is daarom niet zo gek dat jongeren er vaak weinig voor voelen om bij het loket voor schuldhulpverlening aan te kloppen en liever een beroep doen op hun informele netwerk, met alle extra risico’s die dat mogelijk met zich meebrengt.

Scharnierpunten
We weten dat het risico op problematische schulden het grootst is bij scharnierpunten in het leven. Dat begint al vroeg. De eerste ‘knip’ zit rond het bereiken van de 18-jarige leeftijd. Van de ene op de andere dag verlaten jongeren de beschermde omgeving waarin ouders alle rekeningen betalen. Opeens moeten ze de premie voor de zorgverzekering zelf ophoesten. Het abonnement op de mobiele telefoon kost toch meer dan ze zich ooit hebben gerealiseerd. Ze krijgen rekeningen binnen die vaak niet zijn afgestemd op hun inkomstenpatroon. En ook impulsief geld uitgeven kan leiden tot schulden waarvan jongeren de gevolgen niet overzien. Het is een serieuze ‘wake up call’ in de realiteit van het volwassen zijn.

Radar
Juist omdat jongeren met problematische schulden vaak (te) laat op de radar van officiële instanties voor schuldhulpverlening komen, is het voorkomen van zulke schulden door preventie en vroeg-signalering van groot belang. Dat kan soms heel ‘simpel’ door risicogroepen in kaart te brengen. Bijvoorbeeld de kinderen van volwassenen die zelf in de financiële problemen zitten en moeilijk met geld kunnen omgaan. De kans is groot dat kinderen die van huis uit meekrijgen dat schulden, deurwaarders en incassobureaus er nu eenmaal bij horen, zelf ook tegen de lamp lopen. Vaak komen bij zulke gezinnen al de nodige hulpverleners over de vloer. Maar verantwoord budgetbeheer en het oplossen van schulden is een vak apart. Daarom is het zaak dat maatschappelijk werkers en andere hulpverleners aan de bel trekken bij de schuldhulpverlening, ook om te kijken of preventieve maatregelen voor de kinderen uit deze gezinnen mogelijk zijn.

Educatie
Daarnaast zou financiële educatie op scholen veel meer aandacht behoeven. Nu komt er soms iemand een uurtje langs om met scholieren over geldzaken te praten. Maar dat is te weinig. Voor het project Speaking Minds van het ministerie van SZW kwam een veertigtal mbo-leerlingen met een aantal aanbevelingen om schulden bij jongeren te voorkomen. Zij adviseerden om op iedere mbo in Nederland een verplicht Financieel InformatiePunt te openen, waar scholieren met vragen over geld, studiefinanciering en schulden terecht kunnen. Dat zou niet alleen voor het mbo een goed idee zijn maar ook voor het hoger onderwijs. Het is eigenlijk bizar dat je wel een opleiding voor budgetcoach kunt volgen maar de meeste hogescholen en universiteiten geen budgetcoach hebben die studenten kunnen helpen om beter met hun geld om te gaan en zo problematische schulden te voorkomen. De gemeente Roosendaal startte hiervoor in 2017 een pilotproject in samenwerking met scholen en leerwerkbedrijven.

Schuldbewust
Jongeren meer schuldbewust maken, vraagt een lange adem. Tot die tijd zullen we steeds moeten zoeken naar effectieve methodes om jongeren die toch vastlopen te helpen. Een integrale aanpak is daarbij steevast het sleutelwoord. Schulden komen nooit alleen. Er kunnen ook problemen zijn rond bijvoorbeeld wonen, gezondheid, verslaving(en) en opleiding. Wanneer alleen iets wordt gedaan aan de schuld – als een jongere hiervoor al in aanmerking komt – dan is de kans op terugval groot. Een goed voorbeeld hoe het anders kan, is de aanpak van het Jongeren Perspectief Fonds dat de gemeente Den Haag in 2016 samen met SchuldenLab70 opzette. “Wij zien dat veel jongeren te maken krijgen met psychische problemen, bijvoorbeeld door een problematische jeugd, een gebrek aan van huis uit meegekregen vaardigheden of door een periode van dakloosheid. Jongeren die met meerdere problemen worstelen, zijn vaak niet bij machte problemen op te lossen. Het is belangrijk om deze jongeren schulden(zorg)vrij te maken zodat zij in hun hoofd (meer) ruimte krijgen om hun andere problemen aan te pakken”, schreef oud-wethouden Rabin Baldewsingh in een toelichting op het programma.

Traject
In de Jongeren Perspectief (JP)-aanpak staat niet de schuld maar het toekomstperspectief van een jongere centraal. De leef- en woonsituatie van een jongere vormt het vertrekpunt. Samen met een trajectbegeleider maakt een jongere een perspectiefplan op maat met doelen om aan te werken. Er worden heldere afspraken gemaakt en jongeren worden begeleid naar werk of school. Ook volgen jongeren een maatschappelijke stage om sociaal bewustzijn te creëren. De schuldeisers krijgen een saneringsbedrag aangeboden conform de NVVK-richtlijn waarop zij binnen 15 dagen kunnen reageren. Zonder reactie wordt uitgegaan van instemming. Wanneer jongeren niet in staat zijn om het saneringskrediet terug te betalen, kunnen zij ook in natura betalen, bijvoorbeeld door vrijwilligerswerk. Juist door deze combinatie van schuldhulp en intensieve begeleiding is deze aanpak gericht op een duurzaam nieuw perspectief.

Stip
Een generatie zonder problematische schulden is voor vandaag of morgen nog niet haalbaar. Toch houden we vast aan deze stip op de horizon. Dat kan alleen door een integrale aanpak, samenwerking tussen en binnen overheden en leren van de ‘best practices’, zoals het JP-programma in Den Haag. Het begint allemaal met het besef dat ook op jonge leeftijd mensen in de problemen kunnen komen die ieder uitzicht op een goede toekomst blokkeren. Wij willen dat iedereen in de samenleving mee blijft doen. Niet alleen door te blussen wanneer er brand uitslaat, maar door het voorkomen van situaties die alleen verliezers kennen. Dat begint al thuis en in de klas. Het omgaan met geld gaat niet vanzelf. Wanneer we dat onvoldoende onderkennen, blijven mensen tegen de muur oplopen. Soms al op een veel te jonge leeftijd.

door: Marco Florijn, directeur van de NVVK.