Het thema de financiële zelfstandigheid van jongeren staat al jarenlang op de agenda. Een grote groep jongeren heeft hier hulp bij nodig. Schulden maken geen onderscheid tussen wel of geen opleiding, wel of geen werk, gezond of een beperking. Je bent jong en je wilt wat. De verleidingen zijn groot en als je een onverstandige uitgave doet of even niet oplet kan je zomaar niet uitkomen met je geld. En als je er niet meer uitkomt en het ene gat met het andere vult, heb je een problematische schuld. Kortom, je komt in een vicieuze cirkel terecht met veel te grote zorgen in een jeugdig bestaan. We zijn nu vaak te laat met hulp als het om deze jongeren gaat. We vragen ons af hoe effectief we kunnen zijn in de ondersteuning van jongeren bij hun opgroeien naar financiële volwassenheid.

ZELF: Welke problemen komen we tegen bij de financiële opvoeding van jongeren en kwetsbare jongeren in het bijzonder?

Bas: “De weg naar volwassenheid is voor alle jongeren een pad waarin je fouten maakt. Eén van de wegen die je moet bewandelen is leren omgaan met geld. Het is normaal dat jongeren in beperkte mate schulden maken, want daar leer je immers van. Bij 85% van de jongeren komt het wel weer op zijn pootjes terecht. Hieruit kunnen we concluderen dat niet alle schulden persé alarmerend zijn. Je leert door te doen en door een goed voorbeeld te krijgen. Onze aandacht moet uitgaan naar de jongeren die niet het goede voorbeeld krijgen, makkelijk te beïnvloeden zijn of opgroeien in een kwetsbare omgeving.

Deze jongeren hebben vaak te maken met een instabiele thuisomgeving, leven in armoede of hebben ouders met schulden. Als je dan het goede voorbeeld mist of je hebt weinig mensen op wie je kunt terugvallen, is het niet zo gek dat je schulden maakt. Bij pubers is het normaal dat zij hun geld uitgeven aan wat op dat moment voor hun belangrijk is. De puberhersenen zijn nog niet af, die ontwikkelen zich tussen hun 16e en 23e jaar. Voor hen is heel makkelijk om een te duur telefoonabonnement af te sluiten en er niet over na te (hoeven) denken hoe je dat over een maand gaat betalen, of om je studiefinanciering er direct doorheen te jagen in het feest van het leven. Dat je je zorgverzekeringspremie later die maand nog moet betalen, is echt van later zorg. Het is een beetje leven met de dag. Dat gaat goed als een ‘back up’, maar als die er toch niet blijkt te zijn beginnen de problemen.”

Hans: “We weten onder andere uit onderzoek van Nibud (2016) dat er rond het 15e levensjaar een omslagpunt waarneembaar is wat betreft ‘eigen geld’ en eigen wensen en verantwoordelijkheid voor de uitgaven. Tot je 15e blijken de meeste (grotere) uitgaven, zoals kleding en/of smartphone in meer dan de helft van de huishoudens door ouders te worden betaald en wordt het zakgeld vooral besteed aan cadeautjes, snoep en uitgaan. Uit hetzelfde onderzoek blijkt dat 1 op de 5 scholieren te maken heeft met financiële problemen thuis. Naarmate jongeren ouder worden, komen ze vaker geld te kort. Zo heeft 37% van de Mbo’ers van 18 jaar en ouder een schuld en heeft 1 op 4 een betalingsachterstand (Nibud 2016). Het blijkt dus dat met name wanneer jongeren wat ouder worden ook de kans op het ontstaan van schulden groter wordt. Dit hoeft niet altijd een probleem te zijn, maar kan het wel worden als jongeren niet is geleerd hoe met geld om te gaan.”

Hans: “Het is toch vooral een opvoedvraagstuk. Je moet als kind leren hoe je met geld om moet gaan. Dat word je knap lastig gemaakt door alle aantrekkelijke spullen die je via internet en reclame worden aangeboden. Je moet je ‘koopimpuls’ leren beheersen. Ouders en opvoeders spelen daarbij een grote rol. Het blijkt dat vooral jongeren met een lagere opleiding en jongeren met psychisch problemen of met een verstandelijke beperking een groter risico lopen. Dit is op zich geen nieuws, maar het stelt ons de vraag hoe we deze kinderen beter kunnen leren met geld om te gaan. Schulden kunnen je leven namelijk behoorlijk verzieken.”

Zelf: Bewindvoerders komen deze problemen ook tegen maar pas bij de jongvolwassen. Het gaat dan om de groep die geen beroep op ouders of vrienden en kennissen heeft kunnen doen waar het gaat om financiële hulp of advies. Denk bijvoorbeeld aan jongeren die in een gezinsvervangend tehuis zijn opgegroeid. Professionele instanties worden zelden genoemd als bron voor hulp of advies. Het zou voor iedereen beter zijn als er een overgangsperiode ingesteld wordt om de jongeren geleidelijk toe te leiden naar financiële zelfstandigheid.
Op welke domeinen ervaren de jongeren veranderingen? En hoe ontkomen ze uit deze vicieuze cirkel?

Bas: “Op alle domeinen: in deze levensfase speelt de overgang van school naar werk, van jeugdhulp naar hulp voor volwassenen, en ook het op eigen benen leren staan als het gaat om je regelzaken en financiën. De gemiddelde leeftijd dat in Nederland jongeren uit huis gaan is 24½. Dit betekent dat de meeste jongeren tot die tijd nog geen serieuze kosten maken. De jongeren die er op 18 jaar al wel behoorlijk zelfstandig voorstaan, hebben die kosten wel.”

Zelf: Als ze bij een bewindvoerder terecht komen zijn er vaak al driekwart jaar verstreken voordat de maatregel wordt uitgesproken. Of omdat de professional vaak niet weet van het bestaan van een bewindvoerder, of men weet niet exact wat ze doen. De schade die in dat jaar na hun 18 jaar is ontstaan is enorm. Niet alleen financieel, maar ook het hele vertrouwen in zichzelf en in het systeem is weg.

Hans: “Zeker jongeren die al op jonge leeftijd te maken hebben gekregen met grote problemen, zoals problematische echtscheidingen, de effecten van armoede in het gezin of pesterijen kunnen een behoorlijke ‘deuk’ oplopen in het vertrouwen van de mensen om hen heen. Als je er dan niet ‘bij’ bent om hen en hun ouders/opvoeders te ondersteunen, kan het goed verkeerd gaan, met grote gevolgen voor de kinderen en jongeren. Juist in de jeugdhulp en bij jeugdbescherming zien we deze kinderen en jongeren met al hun ellende helaas maar al te vaak.”

Zelf: Waar kan het mis gaan?

Bas: “Jeugdprofessionals blijken nauwelijks weet te hebben van de mogelijkheden van gedwongen beschermingsmaatregelen voor volwassenen. Men is handelingsverlegen. Het vraagt om samenwerking tussen jeugdprofessionals, het onderwijs en klantmanagers werk en inkomen.”

Zelf: En er wordt te laat opgemerkt dat er problematische schulden zijn. Bij jongeren is een kleine schuld al snel problematisch. Boetes lopen te snel op en budgetbegeleiding of bewind voering wordt te laat ingeschakeld.

Hans: “Budgetbegeleiding is meestal niet het eerste probleem waaraan wordt gedacht als kinderen niet meer thuis kunnen wonen. Centraal staat dan de vraag; ‘Hoe kunnen we het geknakte vertrouwen weer herstellen en wat voor begeleiding of behandeling is nodig om weer zelfvertrouwen te krijgen.’ Pas als dat een beetje lukt, kan je gaan bouwen aan zelfstandigheid. Naar ons idee komt het moment dat een jongere het allemaal zelf moet uitvinden voor veel van hen te vroeg. Dat gebeurt dan omdat gemeenten geen jeugdhulp meer willen of hoeven te bekostigen na het 18e jaar. Het zou enorm helpen als de begeleiding naar die zelfstandigheid veel geleidelijker kan plaats vinden en dan liefst door dezelfde hulpverlener. Met hem of haar is band opgebouwd.Leren omgaan met geld hoort daar zeker onderdeel van te zijn. Kijk maar wat MBO jongeren van verschillende ROC’s daar zelf over hebben te zeggen op www.speakingminds.nl”

Zelf: Dat kan simpel door kennis te ontsluiten.
Is er urgentie om wat te doen?

Bas: “Lijkt mij logisch. De toekomst van deze jongeren wordt ernstig belemmerd als je er niks aan doet. Ruim voordat de leeftijd van 18 jaar wordt bereikt, is het beslist noodzakelijk dat er tijdig gesignaleerd wordt dat een kwetsbare jongere hulp nodig heeft. Ook na zijn 18e. Die koppeling tussen vóór 18 en ná 18 ontbreekt op dit moment. Dit is het eerste dat nu aangepakt moet worden.”

Zelf: Wat kunnen we doen om de financiële zelfstandigheid van deze kwetsbare jongeren te vergroten?

Bas: “Sluit aan bij de jongeren, bij de dromen, toekomstbeelden van de jongeren zelf. Niet alleen doorlopende zorg leveren maar ook dat je een dak boven je hoofd hebt, scholing, inkomen en iemand bij wie je voor je ‘regeldingen’ terecht kan.”

Hans: “Het is heel belangrijk dat we over problemen met geld op jonge leeftijd durven te praten. Toch is dat vaak nog een taboe. Hoe moeilijk is het niet om uit te leggen dat je niet mee kan op het schoolreisje omdat je ouders/opvoeders het geld niet hebben. Je schaamt je. En hoe vaak worden kinderen die ‘toch wat zwakker in hun schoenen staan’ niet het doelwit van uitbuiting, digitale chantage, sexting of erger mensenhandel en prostitutie. Dit kan grote trauma’s ’ veroorzaken of erger jongeren aanzetten tot zelfverminking of zelfdoding.”

Hans: “Het is dus van groot belang om ook altijd aandacht te hebben voor financiële kwesties als we te maken krijgen met kinderen in de knel. Soms kan dat de achterliggende oorzaak zijn van een ingewikkelde Jeugdhulp vraag. Belangrijk is dat we zorgen voor een open gesprek over geld ook op school. Financiële opvoeding moet een standaard les zijn zegt één van de jongeren van het project speaking minds. Op sommige MBO’s helpen studenten elkaar hoe schulden op te lossen en te voorkomen. De studielening en het gemak waarmee je vervolgens een schuld opbouwt, helpt niet mee. Ook niet voor jongeren op een HBO of Universiteit. Ook dan kan makkelijk stress ontstaan. Waarom hebben zoveel jongeren last van psychische problemen, burn out gevoelens en depressiviteit?”

Bas: “Ik ben blij met de aandacht voor deze problematiek. Als we nu niets doen en met name als de jongeren geen diploma halen dan zien we dat deze jongeren op latere leeftijd een grotere kans hebben om op de verkeerde lijstjes terecht te komen: in de criminaliteit, een beroep doen op een uitkering, een slechtere gezondheid of verslavingsproblematiek. Dit is voor niemand goed.”

door: Joyce Brandt

Hans Spigt is in verschillende bestuurlijke rollen en verantwoordelijkheden betrokken geweest bij het jeugddomein. Als wethouder in Dordrecht heeft hij geëxperimenteerd met een integrale jeugdteam-aanpak en als wethouder in Utrecht meegewerkt aan de ontwikkeling van de Utrechtse aanpak van het jeugdbeleid. Sinds 2016 is Hans voorzitter bij Jeugdzorg Nederland. Jeugdzorg Nederland is de brancheorganisatie voor organisaties en instellingen belast met zowel de uitvoering van jeugd & opvoedhulp als gespecialiseerde jeugdzorg en jeugdbescherming.

Bas Wijnen heeft jarenlange ervaring als beleidsmaker in het sociaal domein bij de Rijksoverheid en werkt sinds 2013 als programmaleider bij het Nederlands Jeugdinstituut. Daar houdt hij zich bezig met de transformatie van het jeugdstelsel, met een accent op de sturingsvragen van gemeenten en de overgang van jeugd naar volwassenen (18-/18+, jongvolwassenen).