Het aantal meerderjarigen dat niet zelf de eigen financiën kan beheren, neemt al jaren op een rij fors toe. Daarmee stijgt ook het aantal bewindsdossiers waarop de kantonrechters toezicht moeten houden. En dat begint te knellen: uit een afgelopen jaar uitgevoerde evaluatie blijkt dat de Rechtspraak jaarlijks 11,2 miljoen euro tekort komt om de toezichtstaak fatsoenlijk uit te kunnen voeren. Een gesprek met Frits Bakker, voorzitter Raad van de Rechtspraak, over een ontwikkeling die hem zorgen baart.

Om te beginnen: hoe ziet het rechterlijk toezicht op onderbewindstelling er precies uit?

“Als de kantonrechter een beschermingsmaatregel neemt, wijst hij een bewindvoerder aan. Dit kan een familielid zijn, maar ook een professional, zoals een stichting of een bewindvoerdersbureau. De rechter geeft vervolgens op twee manieren invulling aan het toezicht op die bewindvoerder. Om te beginnen door jaarlijks de ontwikkeling van het vermogen van de onderbewindgestelde te volgen aan de hand van de zogenoemde rekening & verantwoording. Daarnaast geeft hij in voorkomende gevallen specifiek toestemming voor rechtshandelingen die namens de onderbewindgestelde worden verricht, bijvoorbeeld de verkoop van een huis. In praktijk wordt de rechter daarbij ondersteund door zijn staf, waarin juridisch, administratief en financieel gespecialiseerde medewerkers zitten.”

In een persbericht op de site van de Raad van de Rechtspraak constateert u dat er meer geld nodig is om deze taak goed uit te voeren. Wat is precies het probleem?

We worden al zo’n acht jaar op een rij geconfronteerd met een snel oplopend aantal bewindsdossiers. De rechters die zich met het toezicht op deze dossiers bezighouden hebben afgelopen jaar in kaart gebracht wat er nodig is aan tijd en mankracht om de controle zorgvuldig te kunnen doen. Conclusie: er moeten handjes bij. En dat kun je vertalen in een bedrag en dan kom je uit op ruim 11 miljoen euro. Dus los van een eventuele verdere groei in de toekomst hebben we bij huidige case load al méér mensen nodig dan we hebben om de kwaliteit te kunnen leveren die we willen – en die de burger overigens ook mag verwachten wat ons betreft. Daar komt bij dat er ook extra middelen nodig zijn om te innoveren. We maken nu al een grote slag in het digitaliseren van dossiers, maar als je eenmaal alle data digitaal hebt dan kun je het toezicht ook slimmer inrichten.”

Wat moeten we ons daarbij precies voorstellen?

“In praktijk zijn er een heleboel dossiers die helemaal niet zo vreselijk veel aandacht nodig hebben. Maar er zijn er ook die wel degelijk extra aandacht nodig hebben, waar iemand even echt grondig naar moet kijken. Dat gebeurt nu omdat rechters en/of medewerkers uit ervaring weten: met dat en dat dossier, daar is iets mee. Waar we naar toe willen is dat het systeem die rol overneemt en automatisch signaleert of er bijvoorbeeld afwijkende transacties hebben plaatsgevonden – wat een reden kan zijn om dieper het dossier in te duiken. Op die manier kun je ook een heel ander soort controleslagen maken, bijvoorbeeld: ik wil graag alle dossiers zien waarin gevraagd is om toestemming voor verkoop van onroerend goed. Als je zo kunt werken wordt het toezicht efficiënter, en dat levert op termijn mogelijk ook weer een besparing op. Maar voor nu is het credo: er moeten er gewoon mensen bij en we moeten in IT investeren om het toezicht meer te automatiseren. Want uiteindelijk geldt: ieder dossier moet de aandacht krijgen die het verdient.”

Maakt u zich zorgen?

“In zoverre dat als er niets verandert, dat tekort alleen maar zal toenemen. Als het tekort bij 325.000 dossiers al 11 miljoen euro is, dan is het straks bij 500.000 dossiers pak ‘m beet 16 miljoen euro.”

Ziet u dat gebeuren, een half miljoen Nederlanders onder bewind?

“Als de tekenen niet bedriegen gaat die stijgende trend nog wel een aantal jaar doorzetten, ja. Misschien niet elk jaar met tien procent, maar wel stijgend. Dus zoals het er nu naar uitziet gaan we een half miljoen onderbewindgestelden nog wel een keer meemaken. Er zijn twee, elkaar misschien ook nog wel deels versterkende, factoren in de maatschappij die dit met zich meebrengen. De eerste is de vergrijzing met alles wat daarmee samenhangt – van Alzheimer tot ouderen die steeds meer moeite hebben zich staande te houden in een steeds complexere maatschappij. Ik heb vorig jaar voor iemand in mijn omgeving een persoonsgebonden budget aangevraagd en ik zeg u: dat krijg je als jurist al nauwelijks voor elkaar. De tweede factor is de economische crisis, waardoor een groeiend aantal mensen in de schulden zitten waar ze niet meer uitkomen. Die groep wordt hopelijk kleiner nu het weer wat beter gaat. Aan de andere kant: het is niet meer zo gemakkelijk als een aantal jaar geleden om in een schuldsaneringstraject terecht komen.”

U schrijft in uw persbericht dat toezicht op bewind één van de speciale aandachtspunten van de Rechtspraak is, naast toegang tot de civiele rechter, vechtscheidingen en multiproblematiek. Waarom is goed toezicht zo belangrijk?

“Binnen de Rechtspraak is afgelopen jaar veel aandacht voor de vraag: wanneer is het werk van de rechter nu relevant voor de burger? Waar moeten we op focussen zodat de burger zegt: ‘Beste rechter, hier heb ik echt iets aan, dit heeft voor mij toegevoegde waarde’. Welnu, toezicht is precies zo’n onderwerp omdat het ontzettend veel burgers raakt en niet zelden de meest kwetsbare. Burgers rekenen erop dat er niet alleen een bewindvoerder is, maar dat daar ook toezicht op wordt gehouden. Toezicht dat garandeert dat mijn neef er niet met het geld van mijn oudtante vandoor gaat, of dat de professionele bewindvoerder keurig volgens de regels zijn werk doet. Ik vind dat een gerechtvaardigde verwachting, en dat willen wij ook graag kunnen waarmaken.”

U signaleert een probleem. Kunt u ook iets doen? Hebt u een stok om mee te slaan?

“Nou… een stok… Ik zou soms wel willen dat ik een toverstafje had. Maar nee, we hebben een voorbeeldfunctie dus met stokken dreigen is niet onze stiel. Maar natuurlijk proberen wij voor deze situatie aandacht te vragen: we praten met belangengroepen, met de politiek en we hebben ook een wetgeving-adviserende taak als Raad. Kortom, we hebben zeker ingangen om bepaalde inzichten post te laten vatten. En belangrijker nog, we hebben een vaste relatie met het Ministerie van Veiligheid en Justitie, dus vanzelfsprekend zijn dit soort onderwerpen voortdurend onderwerp van gesprek met de minister en zijn ambtenaren. De kwaliteit van de Rechtspraak in Nederland is over het algemeen erg goed – we staan internationaal in de top 5 – maar kan altijd beter en toezicht is iets dat beter moet.”

Gewetensvraag: hoort dit soort toezicht eigenlijk wel bij de rechter thuis? Is het niet eigenlijk een veredelde administratie-controle? Waarom niet een soort autoriteit in het leven geroepen die super-efficiënt enkel dit type toezicht organiseert? Zodat de rechter weer echt recht kan spreken?

“Dat zou hout snijden als het toezicht alleen maar bestond uit het volgen van de ontwikkeling van het vermogen van de onderbewindgestelde. Evenwel, toezicht vraagt ook vaak om rechterlijke beslissingen en die kun je niet zomaar bij de rechter weghalen. Stel: kind 1 vindt dat het huis van een onderbewindgestelde moeder wel verkocht kan worden en kind 2 vindt dat niet. Dan heb je toch een geschil en dan heb je toch de rechter nodig om een knoop door te hakken. Daarbij: stel dat je een deel van het werk zou onderbrengen bij de Nederlandse Toezichtautoriteit of iets van dien aard… Ik betwijfel of dat nu heel veel goedkoper zou zijn. Je hebt toch hetzelfde gekwalificeerd personeel nodig. Wij doen het toezicht, in alle bescheidenheid, buitengewoon efficiënt, dus ik zie er niet direct een meerwaarde in.”

Hoe nu verder?

We hebben in 2016 de gebruikelijke jaarlijkse onderhandelingen met het Ministerie gevoerd over de bekostiging van de zaken die wij behandelen. Tijdens die onderhandelingen hebben we extra geld gekregen voor de invoering van zogeheten professionele standaarden op het gebied van het strafrecht en het civiele recht, maar nog niet voor professionele standaarden op het gebied van toezicht. Dus daar ligt nog een claim, en we hopen natuurlijk dat die claim in het regeerakkoord of door een nieuwe bewindsman of -vrouw verzilverd zal worden. Laat ik zo zeggen: de politiek wéét dat de komende regeerperiode een jaarlijks toenemend budget nodig is om tegemoet te kunnen komen aan de huidige maatschappelijke wensen en behoeften en om technisch en inhoudelijk te kunnen innoveren. Dit extra benodigde budget zal naar schatting aan het eind van de nieuwe regeerperiode 50 miljoen euro bedragen.”

Mr. Frits Bakker is voorzitter van de raad van de rechtspraak. Hiervoor was hij rechter in Breda en vice-president en kamervoorzitter van de Rechtbank in Haarlem. Ook is hij president van de rechtbank in Den Haag geweest. Frits heeft rechten gestudeerd in Groningen.