In Nederland zijn steeds meer mensen in acute financiële nood. Bestaande wettelijke regelingen voorzien hen niet, niet voldoende of niet tijdig van financiële middelen. Stichting Urgente Noden Nederland biedt de helpende hand, als het moet binnen 24 uur. Buiten de bestaande kaders opereren kan volgens directeur Nathalie Boerebach vaak het verschil maken. Een gesprek met een omdenker. 

‘SUNN levert alternatieve vormen van financiering. Wat ons bijzonder maakt, is dat we altijd volgens een vaste formule werken met een driehoek van hulpverleners, gemeenten en donateurs. De hulpverlener signaleert nood en dient een aanvraag voor financiële hulp in bij een SUN-bureau. Daar beoordeelt men of de hulpverlener de aanvraag heeft voorzien van een ondersteuningsplan voor zijn cliënt, of er sprake is van nood en of er bij de gemeente geen voorliggende voorziening is. Als er niet of niet op tijd een voorliggende voorziening is, dan kunnen wij geld toekennen.

We rollen soms ook namens of met gemeenten regelingen uit; de lokale overheid is altijd participant. De donateurs zijn mijn achterban en bestaan voor een groot deel uit vermogensfondsen, maar ook uit kerken, het bedrijfsleven en particuliere initiatieven. Wat leuk is om te vermelden, is dat wij ook sponsoring in natura krijgen. Bijvoorbeeld van tandartspraktijken die zeggen: “De eerste tien mensen die jij aanlevert, help ik gratis aan een gebitsbehandeling”. We ontvangen heel veel aanvragen voor gebitten. Maar ook voor compleet andere zaken als voeding, kleding, woning­inrichting, laptops en fietsen. De giften van alle donateurs samen vormen een pot die voor de volle 100 procent gaat naar zij die in financiële nood verkeren. Dit is mogelijk, omdat de gemeente altijd de overheadkosten van SUN-bureaus betaalt.’

Hoe en wanneer is SUNN opgericht?

‘Van oorsprong komt SUNN uit de wereld van filantropie en caritas en is ontstaan in 1914. Destijds vond het Koningshuis dat er in de Eerste Wereldoorlog niet goed werd omgegaan met vluchtelingen uit België. Er moesten volgens hen fondsen komen met geld voor voedsel en kleding. Zo zijn de eerste noodhulpbureaus ontstaan voor mensen die in acute financiële nood verkeerden. Jarenlang hadden deze bureaus een functie, totdat Nederland de Bijstandswet en de WW invoerde. Door dit vangnet vanuit het Rijk werden de noodhulpbureaus overbodig en zijn er vele afgeschaft. Er bleven vijf noodhulpbureaus bestaan, die in een Landelijk Beraad met elkaar overlegden. Vijftien jaar geleden constateerden zij een enorme toename aan aanvragen voor SUN-bureaus. Inmiddels zijn er 26 bureaus in 100 gemeenten.’

Wat is jouw rol als directeur van SUNN?

‘Landelijk onderzoek ik in welke gemeenten er een voedingsbodem is om een SUN-bureau op te zetten. Zo doe ik nu een verkenning in de regio Parkstad Limburg, maar ook in plaatsen als Schiedam, Vlaardingen en Spijkenisse, waar een hoge werkloosheid heerst en veel mensen in de bijstand zitten. Maar het kan ook zijn dat een wethouder of corporatiedirecteur SUN-bureaus in een bepaalde stad zo goed ziet functioneren, dat hij in zijn eigen werkgebied ook een SUN-bureau wil. Verder zijn er bestaande SUN-bureaus die uitbreiden. Zo haken in de provincie Friesland steeds meer gemeenten aan, waardoor SUN daar provinciaal is. Wat ook voorkomt, is dat fondsen graag een SUN-bureau op een bepaalde plek zien. Dat zijn vermogensfondsen die willen dat hun geld via een SUN-bureau goed terechtkomt. In Tiel en Zeeland bijvoorbeeld, gaan we daar nu mee aan de slag. Hiervoor zit ik met hulpverleners, gemeenten en donateurs aan tafel. Het opzetten van een publiek-private samenwerking als deze, waarbij alle partijen gelijkwaardig zijn, is een complexe en vaak ook tijdrovende aangelegenheid, maar is alleszins de moeite waard vanwege het duurzame karakter ervan. Niet voor niks bestaat de SUN-formule al 100 jaar!’

Er zijn inmiddels 26 noodhulpbureaus actief; hoe waarborgt SUNN kennis, ontwikkeling en samenwerking?

‘Uiteraard ben ik niet alleen landelijk actief met externe partijen, maar ook intern met de noodhulpbureaus onderling. We onderzoeken de mogelijkheden om van de stichting een vereniging of coöperatie te maken. Daarnaast is de naamsbekendheid van SUNN nog niet groot genoeg, dus daar ligt ook een opgave. En in het kader van kennis delen hebben we de wens om een gezamenlijke database te ontwerpen, waarin we alle lokale kennis landelijk kunnen uitlezen in een soort dashboard. Dan kan ik met een druk op de knop, bij wijze van spreken, precies zeggen hoeveel hulpaanvragen er zijn binnengekomen voor mannen uit de maatschappelijke opvang tussen de vijftig en zestig of hoeveel aanvragen voor kinderen van vier jaar oud. Zover zijn we nu nog niet. Maar het zou mooi zijn als we dit soort informatie ook kunnen ontsluiten voor derden. Door toe te werken naar signalering, kunnen we gemeenten, fondsen, het Rijk en bijvoorbeeld ook bewindvoerders informeren over wat wij zien gebeuren en zo het gebruikmaken van voorzieningen optimaliseren.’

Opereert SUNN wel eens buiten de bestaande regels om?

‘Wat wij doen, is vaak buiten de bestaande kaders opereren. We nemen barrières weg die door de systeemwereld worden opgeworpen. Empathie, compassie en mededogen staan bij ons centraal, niet het systeem. Daar waar gemeenten het moeten hebben van gelijkwaardigheid en rechtmatigheid en de wet- en regelgeving, gaan wij over gunsten en geven. Wij leveren maatwerk, terwijl de gemeente generiek is. Maar we hebben elkaar nodig. SUNN is vaak flankerend, iets wat gemeenten fijn vinden wanneer zij door wetten en regels met een casus vastlopen.

Ook staan wij regelmatig aan de wieg van sociale vernieuwing. Zo hebben we in een gemeente een Sociaal Leenfonds, waarbij we in samenwerking met de gemeente klemmende afbetalingsregelingen opkopen. Een gezin kan bij ons tegen 0 procent rente aflossen, in plaats van tegen 30 procent bij iemand die ermee woekert. Op die manier helpen we een gezin uit de schulden.’

Dat is niet het enige voorbeeld van maatwerk gericht op de leefwereld?

‘Nee, de voorbeelden zijn legio. Sommige mensen komen niet in aanmerking voor schuldhulpverlening, omdat ze een boete hebben uitstaan. SUNN zorgt ervoor dat die boete wordt betaald, zodat iemand de schuldhulpverlening in kan.

Een ander voorbeeld, is dat van een Indonesische vrouw die in Nederland wordt mishandeld door haar man en terug wil naar haar familie in Indonesië. In het Nederlandse systeem moet ze eerst naar een Blijf Van Mijn Lijf Huis en vervolgens langs diverse maatschappelijke instanties. SUNN kan haar dwars door alle regels heen een vliegticket geven. De maatschappelijke vernieuwing en besparing op maatschappelijke kosten zitten wat ons betreft soms juist in dit soort omdenken.

Of wat te denken van een man met een psychiatrische aandoening die elke dag met de trein naar Den Haag wil, omdat hij denkt dat hij minister is? Hij wordt met grote regelmaat zonder kaartje door de spoorwegpolitie opgepakt en vastgezet, waarna de psychiatrische instelling hem vanwege zijn verward gedrag moet ophalen. SUNN kan voor deze man een treinabonnement betalen, waardoor hij een waardig leven heeft en de maatschappelijke kosten binnen de perken blijven. Dat is toch mooi en eervol werk?’

Is de hulp die deze mensen krijgen altijd van tijdelijke aard? Hoe worden zij weer zelfredzaam gemaakt?

‘In principe zijn de bedragen die SUNN toekent altijd eenmalig. We vragen de hulpverlener om in zijn aanvraag te onderbouwen waarom onze eenmalige ondersteuning het verschil maakt en wat de hulpverlener doet om de betreffende persoon te ondersteunen in het (her)vinden van samen- of zelfredzaamheid. Een schuldvraag stellen noodhulpbureaus niet; we slepen mensen die het moeilijk hebben en dreigen te verdrinken de kant op. Wij zijn pure gevers en stellen hieraan ook een limiet, anders zijn we een voorziening. Wij verlenen burgers een gunst. Dat kan vijftig of vijfduizend euro zijn, maar het is geen recht. Onze rol is niet het zelfredzaam maken van mensen.’

De problematiek van de doelgroep wordt steeds complexer. Tegen welke vraagstukken loop je aan en wat wordt aan preventie gedaan?

‘Onze primaire doelgroep is de hulpverlening en niet de groep die in financiële nood verkeert. Hen zien wij nooit. Wij doen dan ook niet aan preventie; net als het zelfredzaam maken is dat een rol voor hulpverleners. Maar we signaleren aan de hand van aanvragen die binnenkomen wel bepaalde ontwikkelingen. Als de eigen bijdrage van zorgverzekeringen omhoog gaat en er minder zorg in de verzekeringspakketten wordt aangeboden voor meer geld, dan neemt het aantal aanvragen voor deze zorg bij SUN-bureaus lineair toe. Onder andere als het gaat om de tandarts: enerzijds bemerken wij dat mensen hun eigen tanden gaan trekken om op tandartskosten te besparen. Anderzijds zien we dat mensen hun eigen bijdrage niet kunnen betalen, waardoor ze de tandarts mijden en zeer acute en ernstige pijnklachten krijgen, omdat ze niet naar de tandarts gaan. Door wijzigingen in wet- en regelgeving, maar ook door maatschappelijke trends stijgt het aantal hulpvragen. Zo neemt ook het aantal aanvragen voor gezinshereniging en woninginrichting onder vluchtelingen toe. Gemeenten hebben niet of niet afdoende geregeld dat vrouw en kinderen van een statushouder mogen overkomen en daarom komen ze vaak bij ons uit. We hebben veelvuldig echt met schrijnende gevallen te maken.’

Krijgt het armoedevraagstuk in Nederland volgens jou voldoende aandacht?

‘Thema’s als armoede en schulden krijgen nu veel meer aandacht dan zo’n tien jaar geleden. Nederland lijkt beter te beseffen dat 15 procent van de bevolking een licht verstandelijke beperking heeft en dat bovendien 10 procent laaggeletterd is. Dit zijn mensen die buitengewoon vaak terugkomen in armoede- en schuldendossiers. Daarmee houdt men in de communicatie steeds meer rekening.

Wat ik zelf interessant vind, is dat er in het Nederlandse woordenboek maar één woord voor schuld bestaat, wat impliceert dat het hebben van schulden meteen ook “je eigen schuld” zou zijn. Dit in tegenstelling tot de Engelse taal, waarin men onderscheid maakt tussen de woorden guilt, debt en blame. Naar analogie hiervan, lijkt het me interessant om met een groep denkers op een andere manier het woord “schuld” te framen. Bij het zoeken naar een oplossing voor het schuldenvraagstuk, moeten we volgens mij anders denken en werken. Schuld is niet verwijtbaar, of iemands schuld; het hebben van schulden is het hebben van een gebrek aan financiën. Hoe kunnen we met z’n allen ervoor zorgen dat iedereen voldoende geld heeft om van te leven? Dat moet naar mijn idee de vraag zijn. Welke randvoorwaarden moeten wij als maatschappij creëren om iedereen een waardig leven met voldoende financiën te garanderen? Dat zijn vraagstukken die ik graag op de kaart zet.’

Welke nieuwe vormen van samenwerking en participatie tussen overheid, markt en maatschappelijk middenveld zie je ontstaan?

‘Met de noodhulpbureaus kunnen wij potentieel bijdragen aan maatschappelijke vernieuwing en transitie, maar ik merk bij gevestigde partijen die in het veld met complexe vraagstukken bezig zijn, dat de rol van vermogensfondsen vaak niet op het netvlies staat. Recent was ik vanuit SUNN met vermogensfondsen op een bijeenkomst over het armoedevraagstuk. Partijen als de overheid, het bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld, weten niet dat vermogensfondsen zich hiermee bezighouden. Een nieuwe vorm van samenwerking kan zijn, dat zij elkaar meer opzoeken. Met vermogensfondsen is op een hele mooie manier samen te werken. Ik wil dan ook een appèl doen op de lezers, om na te denken over hoe zij samenwerking met fondsen een plek kunnen geven in hun werk. Op welke manier kunnen zij fondsen inzetten, om voor hun doelgroep, die aan de onderkant van de inkomenspiramide leeft, een vangnet of een trampoline te vormen? Daarbij hoort ook fondsenwerving: maken zij gebruik van bestaande infrastructuren als het Nationaal Fonds Kinderhulp of Stichting Leergeld? Ook SUN-bureaus zijn in veel gevallen een nog vrij onbekende vorm van samenwerking, terwijl wij juist vaak coördinerend zijn op het gebied van noden, armoede, schulden en minimabeleid, maar niet elke gemeente heeft een SUN-bureau. De lezers van ZELF Magazine kunnen aanjager zijn van de komst van een SUN-bureau. Hierover ga ik graag met ze in gesprek’.

Ook benieuwd of er een SUN-bureau is in jouw regio? Kijk op www.sunnederland.nl op de kaart van Nederland voor een handig overzicht!

Door: Femke Okx en drs. Erwin Bel 

Sinds begin dit jaar staat Nathalie Boerebach aan het roer van Stichting Urgente Noden Nederland (SUNN), een organisatie die mensen in acute financiële nood helpt. Haar hart ligt bij het sociale domein. Bij Aedes vereniging van woningcorporaties zette zij zich eerder negen jaar lang in om onder andere armoede, schulden en huisuitzettingen terug te dringen. Daarnaast was zij zeven jaar directeur van SAMAH, een stichting die alleenstaande asieljongeren een beter leven en toekomstperspectief biedt. Boerebach staat voor vernieuwing in het sociale domein, ook als bestuurslid van Eropaf! maakt zij zich hiervoor sterk.