De maatschappij is volop in beweging. Vijf jaar geleden deed Yumi Nakano onderzoek naar de zelfredzaamheid van mensen uit een TBS kliniek. Wat is nu haar visie op zelfredzaamheid? Wat zijn de veranderingen? Welke conclusies kunnen we trekken? En hoe vertalen we dat naar onze werkzaamheden in de dagelijkse praktijk? We spreken Peter Hoornweg en Yumi Nakano van Stichting Veritas Vertegenwoordiging over deze onderwerpen.

Ik? Hulp nodig?

Monique heeft veel lichamelijke klachten en slaapt al lange tijd slecht. “Als ik überhaupt al sliep, droomde ik dat ik niks meer had. Alles was weg, ook mijn kinderen waren bij mij weg gehaald.” Toch ontkent Monique dat er iets aan de hand is. Gewoon door niet meer naar buiten te gaan, haar post niet meer te openen en rekeningen niet te betalen. Pas als de school van haar kinderen vragen gaat stellen en de mogelijkheid wordt besproken dat er hulp geboden kan worden ziet zij een uitweg. “Ik kreeg hulp via het wijkteam en vrijwel direct bleek ik een angststoornis te hebben. Waarschijnlijk had dat geen verrassing moeten zijn, maar het voelde als een klap in mijn gezicht. Ik? Hulp nodig? Doe normaal.”

Uit de gesprekken met het wijkteam en de behandelaars bleek dat Monique ook een bewindvoerder nodig had. Er waren veel achterstallige betalingen, veel schulden, maar bovenal was het overzicht totaal weg. Het overmaken van de rekening voor de zwemles lukte haar al niet. Daarnaast stonden er mensen bij haar aan de deur waardoor ze totaal in paniek raakte. Schreeuwen en huilen. Meer kon ze niet.

Terug bij af

Yumi heeft in 2013 al onderzoek verricht naar hoe we mensen zelfredzaam kunnen maken vanuit de TBS kliniek. Kennis over hun financiën was er niet. Niet voordat ze binnenkwamen en niet toen ze weer buiten stonden. Alles werd destijds door de kliniek uit handen genomen. De criminele activiteiten kwamen weer naar voren. Zo wisten ze immers wel aan geld te komen, en waren snel weer terug bij af.

Hoe doorbreken wij deze cirkel en maken wij ze vanuit de kliniek zelfredzaam? Dat was destijds de grote vraag. De conclusie was meer voorlichting en samenwerking ook al loop je altijd tegen iemands (on)mogelijkheden aan. En alles staat of valt met de motivatie van de persoon.

We zijn inmiddels vijf jaar verder. De maatschappij is veranderd. En hoe! In deze tijd lijkt iedereen zelfredzaam te moeten worden, maar er wordt niet gekeken naar de mens zelf. Want wat kun je bij deze mensen uit handen nemen? Het hangt ook van de doelgroep af hoe je ermee omgaat hoever je iemand zelfredzaam kan maken.

Toch is Yumi’s kijk in de afgelopen vijf jaar veranderd. Als je net klaar bent met je opleiding kijk je meer naar de cliënt in het algemeen. Nu meent zij dat je moet kijken naar elke individu apart. Ieder persoon heeft zo zijn eigen mogelijkheden hoe je zelfredzaam kan worden. De maatschappij heeft een mening, maar de praktijk blijkt toch anders te zijn. Bij onze doelgroep met een geestelijk grondslag moet je aansturen op wat ze wel kunnen, niet op wat ze niet kunnen. Niet iedereen is immers zelfredzaam te maken.

Zelfstandig; niet ondanks het bewind, maar dankzij het bewind!

Peter stelt dat die zelfredzaamheidsdiscussie in veel gevallen te ver doorschiet. Hoe zelfredzaam willen we dat een burger is? We jagen toch ook niet meer op ons eigen voedsel? We overvragen een grote groep mensen tijdelijk of langdurig door een vaardigheid te vragen die ze niet bezitten. We zien dat door de rust die bewindvoering met zich meebrengt grote aantallen in staat zijn op andere vlakken wel weer zelfstandig worden. Klanten vinden een baan, hebben geen begeleiding thuis meer nodig en worden weer rustiger. In deze dossiers wordt voortgang bereikt; niet ondanks het bewind, maar dankzij het bewind. De winst die financiële rust bij mensen brengt is niet terug te zien in de berichtgeving.

Het is onbegrijpelijk dat de wetgever de toegang tot bewind heeft opengesteld op basis van problematische schulden. Hiermee komen deze mensen in een vrijheidsbeperkende maatregel terwijl de gemeenten via de Wet Gemeente­lijke Schuldhulpverlening al verplicht zijn om mensen met problematische schulden een passende oplossing te bieden. Door de inzet van begeleiding en het lichtere budgetbeheer hou je daar waar het kan mensen zelfstandig.

Hierdoor is een paradox ontstaan: waar gemeenten ageren tegen de groeiende uitputting van de bijzondere bijstand door bewindvoerderskosten is het vaak diezelfde gemeenten die direct of indirect de klanten aanmeldt bij de bewindvoerderskantoren.

De gemeenten hebben vaak de oplossing al in eigen handen. De bestaande schuldoplossingen worden door de gemeenten niet effectief ingezet. Een efficiënt en effectief gebruik van de bestaande voorzieningen zal de toeloop naar bewindvoering enorm doen afnemen. Een start is al te maken met het beter in de gaten houden van de WMO-winnaars en ze goed aansturen op hun taak. De WMO-aannemer koopt vervolgens de faciliteiten en expertises in. Op die manier zijn we dan verlost van de noodzaak om voor iedereen beschermingsbewind in te laten regelen.

Methodiek

Van een afstandje bezien is er ook methodisch iets vreemd aan de hand. Door heel Nederland ontplooien gemeenten initiatieven om hun burgers uit de schulden te helpen. Binnen de grote gemeenten zie je door de versnippering van de opdracht onder de winnaars van aanbestedingen ook nog een verschillen. Waarom is er nog geen wetenschappelijk onderbouwde standaardmethodiek?

Vanuit de praktijk bezien werkt de methodiek ‘beschermingsbewind’ zo slecht nog niet:

–           Je stabiliseert het inkomen en zorgt dat er geen nieuwe achterstanden ontstaan

–           Je inventariseert het schuldenpakket en zorgt dat schuldeisers hun rust bewaren

–           Je zorgt (voor zover mogelijk) dat de schuldenaar saneerbaar gedrag vertoont

–           Je lost de schulden op door schuldhulpverlening, indien van toepassing gevolgd door de Wsnp

Alle stappen hangen natuurlijk met elkaar samen, maar zonder in ieder geval de mogelijkheid van een vrij toegankelijk budgetbeheer zullen veel professionals in het welzijnsdomein falen in hun pogingen er wat van te maken.

Na deze stappen is er in het hoofd van de klant tijd en rust om de volgende stap naar zelfstandigheid te maken. Wat we nu zien is dat in veel gemeenten bij aanmelding schuldhulpverlening al verlangen dat de burger een budgettraining moet volgen. Dit lijkt op water in een volle emmer willen gooien.

En hoe nu verder?

We hebben nu een blik gegeven in de dagelijkse praktijk van de casemanager en dan zie je hoe weerbarstig de praktijk op dit moment nog is. Het toont aan dat alle partijen, er op wat voor manier dan ook, er een nieuwe slinger aan moeten en willen geven.

18 jaar. Dan mag je het zelf doen

Kees is vanaf zijn 14e door jeugdzorg in een instelling geplaatst. Vier jaar later is er feest. “Nu ik 18 ben moet ik verhuizen en ook nog alles zelf doen. Maar hoe moet dat?”. Hij wil het wel, maar kan het niet, omdat het hem simpelweg nooit is geleerd. “Ik was bezig om mezelf staande te houden en een leven op te bouwen. Wat moet ik nu? Ik moet sowieso verhuizen maar ook nog alles zelf regelen. Dat gaat me nooit lukken. Ik weet niet eens waar ik moet beginnen.”

Door: Joyce Brandt

Yumi Nakano is teamleider bij Stichting Veritas Vertegenwoordiging en heeft al jaren haar eigen caseload. Ze is afgestudeerd als maatschappelijk werker en heeft tijdens haar studie onderzoek gedaan naar het versterken van de financiële zelfredzaamheid van de patiënten in de forensisch psychiatrische kliniek.

Peter Hoornweg is directeur-bestuurder bij Stichting Veritas Vertegenwoordiging. Deze stichting is een fusie tussen Stichting Humanitas Financiële Hulpverlening waar hij sinds 2004 werkzaam is en Stichting de Rotonde.