Tamara Madern is lector Schuldpreventie en Vroegsignalering ‎aan de Hogeschool Utrecht. Twee jaar geleden promoveerde zij op het proefschrift ‘Naar een schuldenvrij leven’, waarin zij onderzocht waarom mensen in de financiële problemen komen. Eén van de conclusies die uit het onderzoek getrokken kunnen worden is dat langdurige armoede en schulden maken dat mensen verminderd rationeel gaan handelen en oplossingen niet meer zien.

Wat waren destijds in het kort je belangrijkste bevindingen?

“Kort door de bocht: er zijn meerdere determinanten die financieel gedrag beïnvloeden. En dat maakt dat de klassieke aanpak van mensen met schulden – lees: sturen op kennis en vaardigheden – doorgaans tekortschiet. Een belangrijke determinant voor gedrag is bijvoorbeeld self-efficacy, vrij vertaald het zelfvertrouwen van een persoon om een bepaalde taak uit te voeren. Als dat basale zelfvertrouwen niet langer aanwezig is bij de schuldenaar, dan kun je honderd keer uitleggen dat ze een envelop moeten openen en de inhoud in een map moeten stoppen. Het gaat alleen niet gebeuren. Weten en kunnen is niet per se doen. Een andere determinant is die van de tijdshorizon. Mensen met schulden hebben in versterkte mate de neiging om beslissingen te nemen die ze voor de korte termijn belangrijk vinden, maar die op de lange termijn slecht uitpakken.”

Waardoor verdwijnt dat zelfvertrouwen dan? En wat moet er gebeuren om dat te voorkomen?

“Wat je ziet is dat als mensen te vaak het deksel op de neus hebben gekregen, ze er op zeker moment gewoon niet meer in geloven. Als gevolg van een stapeling van faalervaringen verliezen ze de hoop dat het nog ooit beter wordt. Als je bijvoorbeeld bij de Belastingdienst een zorgtoeslag aanvraagt en dat gaat drie keer achter elkaar mis, dan is de standaardreactie: ‘laat die zorgtoeslag maar zitten, daar komt alleen maar meer ellende van dan het oplevert’. Dus ja, je ziet wel dat ‘het systeem’ schulden deels in de hand werkt omdat het gewoon te ingewikkeld is gemaakt. Mensen raken ook apathisch. In het begin proberen ze nog om naar oplossingen te zoeken, maar dat zakt op zeker moment gewoon weg. En daarmee kom ik op het tweede deel van de vraag: ik denk niet dat het eenvoudig te voorkomen is, of je zou het hele systeem anders moeten inrichten – iets wat eigenlijk sowieso zou moeten. Wél moet je je als professional ervan bewust zijn dat mensen met schulden vaak veel faalervaringen gehad hebben en daardoor apathisch zijn geworden. Dat wordt vaak gezien als niet gemotiveerd zijn, maar het heeft niets met motivatie te maken. Ze weten op zeker moment oprecht niet meer hoe ze wat dan ook nog voor elkaar moeten krijgen en lopen helemaal vast. Een van de verklaringen daarvoor geven de Amerikaanse hoogleraren Sendhil Mullainathan en Eldar Shafir. Zij noemen dat het probleem van de mentale schaarste.”

Wat moeten we daar precies onder verstaan?

“Mullainathan en Shafir verklaren het in onze ogen vaak irrationele gedrag van mensen met schulden. Het komt erop neer dat je problemen op zeker moment zó groot zijn, dat ze als het ware je complete mentale bandbreedte in beslag nemen. Je kunt als het ware alleen nog maar focussen op de heel korte termijn: ‘hoe krijg ik vanavond eten op tafel’, of iets dergelijks. Mentale schaarste staat een langetermijnplanning in de weg – en dat is bijvoorbeeld nodig om je administratie op orde te krijgen. Een schijnbaar eenvoudige vraag als ‘wat kun je per maand missen?’ in het kader van een aflossingsregeling wordt dan ineens een probleem. Dat is nu juist een bijna niet te beantwoorden vraag als je niet vooruit kunt kijken en je administratie niet op orde hebt. Mensen hebben het overzicht niet, raken in paniek of worden compleet radeloos. Dat ziet er van buiten vaak uit als je kop in het zand steken, maar eigenlijk zit er veel meer achter. Het zijn processen die bij iedereen spelen, alleen zijn de gevolgen bij mensen met schulden vaak veel groter.”

De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid stelde onlangs in een rapport dat mensen vaak in de financiële problemen komen door hun karakter en/of door een gebrek aan intelligentie. Heeft de Raad een punt?

“Volgens mij was het wat genuanceerder geformuleerd. Maar als wordt gesteld dat het alleen ligt aan het karakter, dan weet ik niet of ik het daar mee eens ben. We weten ook dat de kracht van mensen vaak groter is dan we denken. Alleen: het vraagt wel heel veel begeleiding. Op de Hogeschool Utrecht zijn we nu aan het kijken naar een nieuwe techniek: mobility mentoring. Die is afkomstig uit de VS en legt heel veel nadruk op stap-voor-stap-praktijkcoaching. Daar worden bijzondere resultaten mee geboekt bij een echt heel moeilijke doelgroep zoals verslaafden en daklozen. De essentie is dat wenselijk gedrag direct beloond wordt en dat ze met heel simpele dingen beginnen, en niet meteen zeggen: lever eerst veertig pagina’s formulieren in, en dán gaan wij wat doen. Want zo werp je muur op. Het moet andersom.”

Hoe kijk jij in dat kader tegen bewindvoering aan? Heeft dat zin, brengt het mensen verder?

“Feit is dat bewindvoerders in de startfase een deel van de stress wegnemen bij schuldenaren. Je mag dus aannemen dat op zijn minst voor een deel van de doelgroep de mentale bandbreedte weer groter wordt, en daarmee de mogelijkheden groter worden om weer goed te kunnen gaan functioneren. Probleem is dat we niet weten voor welk deel van de mensen dat opgaat – het zou interessant zijn daar onderzoek naar te doen. En daarbij komt dat bewindvoering in theorie weliswaar gericht is op het versterken van de financiële zelfredzaamheid, maar dat daar in praktijk vaak heel weinig tijd voor is. Kortom: het zou zo maar kunnen dat bewindvoering ervoor zorgt dat mensen weer in hun kracht komen te staan, maar als je écht een duurzame gedragsverandering teweeg wil brengen, dan zou de hulpverlening eigenlijk intensiever zou moeten zijn dan wat een bewindvoerder kan bieden.”

De Amsterdamse wethouder Arjan Vliegenthart stelde onlangs voor om alle overheidsschulden over te nemen van inwoners die in de problemen zitten. Goed idee?

“Dat weet ik nog niet. Ik vind de gedachtegang erachter wel heel mooi, maar het zal wel afhangen van de uitwerking. De vraag is wat bedoeld wordt met schulden ‘overnemen’, en hoe ver je daarin gaat. Voor een deel van deze burgers zal vrees ik gelden dat je misschien dan wel de schulden die ze bij het CJIB hebben kunt wegnemen, maar dat ze dan nog steeds in een financieel penibele situatie zullen zitten. En als je dan ineens ander gedrag gaat verwachten, kom je van een koude kermis thuis. Het zou dus goed zijn als de gemeente zichzelf van tevoren afvraagt: wie is de groep die we hiermee gaan helpen en waarom denken we dat we ze daarmee helpen? Vaak worden er dingen uitgeprobeerd zonder dat men goed beeld heeft van de mechanismen erachter en wat de drijvende krachten zijn achter financieel gedrag.”

Kun je daar iets meer over zeggen, over die drijvende krachten achter financieel gedrag?

“We weten uit onderzoek dat bij emotionele beslissingen andere delen van de hersens actief zijn dan bij rationele beslissingen. Wat echter opvalt is dat er bij het veranderen van financieel gedrag juist aan het rationele brein wordt geappelleerd. Een goede illustratie daarvan is bijvoorbeeld het feit dat de waarschuwing ‘Let op! Geld lenen kost geld’ geen onmiddellijk effect op het gedrag en de houding van consumenten als die online een lening afsluiten – iets wat de Autoriteit Financiële Markten nog niet zo lang geleden heeft vastgesteld. Dat is typisch een rationele boodschap aan een emotioneel mens. Een lening an sich is geen emotioneel ding, maar wat je daarmee wil financieren is vaak wél heel emotioneel beladen. Je hebt een auto gezien, die vind je heel mooi, en daarvoor leen je geld. Je bent niet zozeer met die lening bezig als wel met die auto. Daardoor ben je mentaal al helemaal in de modus van: ‘Handig! Een lening. Dat ga ik doen!’ Je bent bij wijze van spreken de straat al ingereden voordat je het waarschuwingsbord tegenkomt: ‘Let op, dit kan verkeerd uitpakken’. Dan is het eigenlijk al te laat.”

Wat zou dan wel helpen?

“De essentiële vraag die hierachter ligt is eigenlijk: hoe ga je schuldpreventie nu eigenlijk inkleden? Hoe kun je – zeker bij jongeren – nu het best bepaalde vaardigheden aanleren? Je kunt bijvoorbeeld denken aan een set vuistregels – bijvoorbeeld: ‘Neem geen beslissing over een financiële verplichting zonder dat je jezelf de tijd gegund hebt om af te koelen’. Of: ‘Doorloop altijd dit en dit afvinklijstje voordat je een contract afsluit’. Dat is handiger dan zeggen: geld lenen kost geld, want dat weet iedereen wel – dat is het hele principe achter lenen. Het gaat er eerder om dat het in sommige gevallen tevéél geld kost en dat je het hoe dan ook moet terugbetalen, óók als het tegenzit. We moeten mensen niet tegen zichzelf beschermen – we moeten mensen helpen zichzelf tegen zichzelf te beschermen. En daar is nog wel een wereld te winnen, denk ik.”