Het Rotterdamse Pameijer, een grote zorgaanbieder voor mensen met een verstandelijke beperking en psychiatrische problemen, slaat de handen ineen met Stichting LIFT. Samen zetten zij Budgetkringen op, werkgroepen waarin mensen gestimuleerd worden om bewust en zorgvuldig om te gaan met hun geld en hun leven. Erwin Bel gaat de dialoog aan met Jeanine Schreurs, directeur van Stichting LIFT en schrijver van het promotieonderzoek ‘Living with less, Prospects for Sustainability’ en Neeltje Andeweg, leidinggevende van het ‘Team Geld Telt’ van Pameijer, over het belang van vermaatschappelijking en de invulling die financiële zorgverlening hieraan kan geven.

Neeltje: ‘Wat we bij Pameijer echt in onze genen voelen, is het denken in mogelijkheden. Wij willen onze cliënten een net zo normaal leven bieden als ieder ander. Voor de financiële zorgverlening betekent dit dat we de cliënt zoveel mogelijk de regie over zijn eigen financiën willen zien houden. Maar onze maatschappij is erg lastig voor mensen met een beperking. Wat we dan ook zien, is dat het aantal cliënten met schulden zichtbaar toeneemt. Niet alleen door die lastige maatschappij, maar ook omdat cliënten vaak uit systemen komen waar de omgeving ook schulden heeft. We zitten volop in de beweging naar de participatiemaatschappij. Dat is voor onze cliënten en hun omgeving een hele uitdaging, omdat ze vaak met minder geld moeten leren leven.

‘Jeanine, jij hebt zelf ervaren wat het is om met minder te moeten leven?

Jeanine: ‘Ja, ik ben ervaringsdeskundige en heb een radicale downshifting aan den lijve ondervonden. Rond mijn vijftigste kreeg ik een enorme terugval in inkomen. Ik had een managementfunctie in de ontwikkelingssamenwerking bij een organisatie die vernieuwing tot stand moest brengen in de internationale samenwerking. De overheid had een duurzaam ontwikkelingsverdrag met verschillende landen, waaronder met Bhutan in Azië. Daar heb ik een ernstige ziekte opgelopen, waardoor ik bedlegerig werd. Ik raakte uitgeput en ben

niet meer aan het werk gegaan. Ik zou 100 procent arbeidsongeschikt raken, maar die procedure heb ik stopgezet. Ik weigerde om het etiket arbeidsongeschikt opgeplakt te krijgen, omdat ik vond dat ik nog wel wat kon, bijvoorbeeld schrijven. Dit was meer een wanhoopsdaad van me dan dat ik politiek correct wilde zijn.’

‘Het heeft je dus niet afhankelijk gemaakt van de samenleving?’

Jeanine: ‘Nee, ik was gewoon te trots en vond het een ondraaglijk idee om arbeidsinvalide te zijn en nooit meer te mogen werken. Het feit dat mijn werkgever weigerde om me een helpende hand toe te steken heeft mij een activerende energie gegeven. Ik heb letterlijk een hoge prijs betaald, want ik ging ver terug in inkomen, maar ik wilde niet afhankelijk zijn van anderen en gewoon eigen baas zijn. “Liever een arme baas dan een rijke knecht”, zei m’n vader altijd die vroeger een boerderij had. Zo is het begonnen. In overleg met m’n man besloot ik toen om met veel minder inkomen voor mezelf te beginnen. Dat betekende streng budgetteren om ons gezin draaiende te kunnen houden.’

‘Wat heb je moeten schrappen?’

Jeanine: ‘Ik heb niks moeten schrappen wat pijn deed. Ons uitgavenpatroon werd natuurlijk wel anders. We hebben bezuinigd op impulsaankopen, kleding, uitgaan, voeding, energie en vakanties. Op alle fronten hebben we uitgaven teruggebracht. Uiteindelijk zijn mijn man en ik met twee kinderen op minder dan bijstandsniveau gaan leven, ik denk dat we moesten rondkomen van 1.200 euro per maand. Verder ben ik een moestuin begonnen, dat scheelde ook in de kosten en was goed voor m’n gezondheid. Back to basics was de insteek’.

‘En toen was je toe aan een volgende stap?’

Jeanine: ‘Die periode heeft me doen beseffen dat leven met minder mogelijk is. Ik dacht voorheen in termen van overheidsbeleid over duurzaamheid. Ik was gewend om op een bepaald niveau te leven en m’n persoonlijke consumptie werd in belangrijke mate aangestuurd door de omgeving en de commercie. Ik startte met studeren en heb van dit onderwerp mijn specialisme gemaakt en ben zelf duurzaam gaan leven. Al snel werd ik hoofdredacteur van het tijdschrift Genoeg, een magazine voor iedereen die meer wil doen met minder. In de Verenigde Staten bleek hieromtrent al een beweging te bestaan: ‘simple living’ of ‘downshifting’. Dat zijn mensen die ofwel vrijwillig of door omstandigheden gedwongen zijn te leven met minder geld.’

‘Welke dominante krachten maken het moeilijk om te leven met minder geld? 

Jeanine: ‘De aanjager is de commercie. Er zijn vaak bewust gekozen pioniers die ervoor zorgen dat trends heel snel worden overgenomen. Bloggers bijvoorbeeld of hippe mensen die het nieuwste van het nieuwste dragen, zodat anderen dat overnemen. Zo wordt er voortdurend n brug geslagen tussen uitvinders, het bedrijfsleven en pioniers. Een tweede kracht is de sociale groep. Via sociale media worden zaken vandaag de dag heel snel en wereldwijd verspreid. Maar tegenwoordig draait alles om geld. Dat was in de jaren zeventig helemaal niet zo. Overal heb je geld voor nodig. Er is een enorme commercialisering gekomen van ons eigen leven. Je bent pas succesvol als je een bepaalde hoeveelheid geld verdient. Dit is het vrijemarktdenken, dat we ons allemaal hebben eigen gemaakt. We koppelen onze eigenwaarde nu aan een hoeveelheid geld.’

‘Je bent een onderzoek gestart naar leven met minder?’

Jeanine: ‘Klopt, ik ben als onafhankelijk onderzoeker voor de Universiteit van Maastricht een onderzoek gestart naar leven met minder geld en duurzaamheid: Living with Less: Prospects for Sustainability. Gericht op een duurzame leefstijl: goed met geld, goed met groen en goed in je vel. Ik heb de definitie People, Planet, Profit, die gebruikt wordt voor maatschappelijk ondernemen, vertaald naar een leefstijl, een manier van leven. Wat een duurzame manier van leven is? Je moet genoeg geld hebben, maar je moet ook goed in je vel zitten. Het is hoogst noodzakelijk dat we op een verantwoorde voet leven, hoe we leven mag de aarde niet verder uitputten. Voor dit onderzoek heb ik verschillende studies gebruikt en laat ik zien wat mensen doen als ze sterk in inkomen achteruit gaan. Daarnaast heb ik empirisch onderzoek, een kwantitatieve en een kwalitatieve studie gedaan. In de laatste heb ik het veranderingsproces in kaart gebracht, het transformatiemodel Leven met minder geld. Aan het empirische onderzoek hebben 1.100 mensen meegedaan en dat heeft een heleboel feiten en cijfers opgeleverd. Waaraan geven mensen meer of minder geld uit als ze teruggaan in inkomen? Welke effecten heeft dat op het milieu? Al deze feiten heb ik verzameld om te kunnen gebruiken voor de drie onderdelen van de duurzame leefstijl goed met geld, goed met groen en goed in je vel.’

‘Zelf heb je ook ervaren wat het is om met minder te moeten leven. Herken je ervaringen van mensen in de doelgroep die je hebt onderzocht?’

Jeanine: ‘Jazeker. De deelnemers aan het onderzoek waren de lezers van Genoeg. Dat is een speciale groep. Een derde van de onderzochte groep bestond uit vrijwillige downshifters. Zij hebben er bewust voor gekozen om met minder geld te leven. Een derde was door omstandigheden gedwongen om met minder geld te leven en een derde bestond uit niet- downshifters. Dit maakte mooie vergelijkingen mogelijk.’

‘Hoe reageren mensen die niet vrijwillig kiezen voor leven met minder op wat hen overkomt?’

Jeanine: ‘Mensen die niet bewust voor leven met minder kiezen, hebben een langere aanloop nodig om in de facing reality-fase te komen. Ik heb een zevenfasenmodel gemaakt, dat ook herkenbaar is in de Budgetkringen. Deelnemers blijven soms hangen in de eerste fase: het ontkennen, het niet willen accepteren, zichzelf een slachtoffer vinden. Ik heb vooral de acties en daden van mensen onderzocht en wat ik constateer, is dat mensen bijvoorbeeld maar blijven uitgeven of enveloppen niet open maken. Andere reacties zijn in bed blijven liggen of zelfs excessief gaan kopen. Natuurlijk zijn er niet alleen maar negatieve reacties.

De reacties waarmee je verder komt heb ik ook in kaart gebracht; dat gedrag willen we versterken in de Budgetkringen. Overigens hebben zowel de vrijwillige downshifters als degene die door omstandigheden gedwongen zijn om met minder te leven, allemaal hetzelfde veranderingsproces doorgemaakt. Dat is een belangrijk gegeven.’

‘Wat herken je Neeltje?’

Neeltje: ‘Het gedrag dat Jeanine schetst van mensen die het financieel moeilijk hebben is heel herkenbaar. Kijkend naar het soort beperkingen dat mensen hebben, zie je deze heel vaak samengaan met een gering vermogen om te reflecteren. Als je geen afstand kan nemen om naar je eigen gedrag te kijken vanwege autisme, ADHD, verslavingsproblematiek of een laag IQ, dan wordt het erg lastig om een neerwaartse spiraal om te keren. De meeste van onze cliënten komen er zelf niet uit en hebben professionele hulp nodig of een heel sterk iemand in hun omgeving, dat kan natuurlijk ook. Wij hebben cliënten met een goed netwerk, waarin moeders, broers of zussen die rol overnemen. Dat komt vaak voor bij mensen met een verstandelijke beperking. Maar lopen de problemen bij mensen met een psychische beperking uit de hand, dan heeft dit ook gevolgen voor het netwerk. Cliënten gaan stelen van vader, moeder, broers of zussen. De deurwaarder is dan aan de deur geweest en de rek is uit het netwerk.’

‘Welk gedrag vertonen mensen in de praktijk die in een neerwaartse spiraal terechtkomen?’

Neeltje: ‘Wij zien onze cliënten hun post niet meer open maken en het ene gat met het andere proberen te dichten. Als ze bij de ene provider niet meer terecht kunnen omdat ze een betalingsachterstand hebben, dan stappen ze over naar de volgende. Op een bepaald moment staan ze bekend als niet meer kredietwaardig en dan lopen ze vast. Wat ik in de praktijk zie gebeuren, is dat cliënten hun zorgverzekering niet meer betalen. Ze kopen eerder eerste levensbehoeften als een pakje shag of een kratje bier, dan dat ze hun zorgverzekering of huur betalen. Dat is veel verder van hun bed.’

‘Dit zijn relatief kleine signalen…’

Neeltje: ‘Klopt. Onze doelgroep bevat ook mensen met een matige of lichte verstandelijke beperking, waarvan je aan de buitenkant niet ziet dat ze iets hebben. Die groep kan heel lang de schijn ophouden en verbloemen dat er iets aan de hand is. Als er dan iets aan het licht komt, praat je meteen over forse problemen. Wij komen eigenlijk pas in beeld als het te laat is.’

‘Wat kan de zorg in dat geval doen om cliënten een relativeringsproces te laten doormaken en hun leven een andere kant op te sturen?’

Neeltje: ‘Een heleboel. Ik ben als leidinggevende van het Team Geld Telt betrokken bij het bieden van financiële ondersteuning aan cliënten, maar ook aan medewerkers die het lastig vinden om cliënten met financiële problemen te ondersteunen. Wij hebben een aantal concrete hulpverleningsmogelijkheden voor cliënten. Bijvoorbeeld het toeleiden naar een traject van schuldhulpverlening bij de Kredietbank. We proberen dan de schulden in kaart te brengen, wat vaak het probleem is. Bij aanvang weten we meestal niet welke schulden iemand allemaal heeft. Onze cliënten hebben vaak gezworven van de ene vriend naar de andere. Daarom maken de medewerkers van Geld Telt een overzicht van de schuldeisers en proberen zo een compleet overzicht te krijgen van wat de schuldenomvang is en wie daarbij betrokken zijn. Als de cliënt stabiel is, kunnen we hem aanmelden bij de Kredietbank en kan er een driejarig WSNP-traject starten. In wat minder ernstige gevallen is het mogelijk om een traject leren budgetteren aan te bieden, waarbij we inkomsten en uitgaven in kaart brengen en met de cliënt een budgetplan maken. Aan de ene kant richten we ons dus op schulden en financiële problemen verminderen en aan de andere kant bieden we de cliënt cursussen aan, zoals Grip op je geld, om te kijken of we wat in de gedragsverandering op gang kunnen brengen.’

Dat is ook een van de aanleidingen om met Budgetkringen aan de slag te gaan. Ervoor zorgen dat je zorgvuldig omgaat met je geld en je leven. Een filosofie die natuurlijk prima past binnen Pameijer.’

Neeltje: ‘Jazeker, Jeanine meldde zich op een gegeven moment bij ons om te vragen of wij interesse hadden in een samenwerkingsverband met Stichting LIFT, waarvan zij de oprichter is. Stichting LIFT is de bedenker van de Budgetkringen en wat ons hierin vooral aanspreekt is het denken in mogelijkheden in plaats van in beperkingen.’

Jeanine: ‘Een nieuw aspect in dit vraagstuk, is het feit dat ik mensen in mijn onderzoek ook heb gevraagd naar hun positieve ervaringen van het leven met minder geld. Daarmee ben ik de eerste wetenschapper die leven met minder geld vanuit die hoek heeft benaderd. Natuurlijk zijn er ook negatieve ervaringen, maar die zijn tot nu toe altijd als vanzelfsprekend  gekoppeld aan armoede. Maar het woord armoede komt in mijn onderzoek helemaal niet voor. Armoede is een interpretatie, een idee, een waardering.’

‘We zijn toch eigenlijk met elkaar geïndoctrineerd door het groeimodel? Alles draait om groei en succes, uitgedrukt in cijfers. Vanuit het perspectief van groei is in armoede leven een negatieve waardering. Het lijkt dan alsof je krimpt, maar dat hoeft helemaal niet zo te zijn.’

Jeanine: ‘Nee, helemaal niet. De realiteit van heel veel mensen wijst ook een andere kant op. Ik heb interviews gehouden met mensen die onder het officiële armoedeniveau leefden en vonden dat ze een heel goed leven hadden. Cijfers zeggen niet zoveel.’

‘Om nog even terug te komen op People, Planet, Profit. Zou je van de P van Profit niet Purpose moeten maken? Leven vanuit een bedoeling, die niet gaat over welvaart maar over welzijn. Daarin zit veel meer de voldoening, zodat je tevreden kan zijn met minder.’

Jeanine: ‘Een interessante suggestie, maar voor mijn onderzoek ben ik vooral uitgegaan van het feit dat geld niet meer is dan een middel om welzijn te creëren. Iedereen wil een optimaal welzijn, maar we krijgen vooral voorgespiegeld dat je materiële zaken moet hebben om gelukkig te zijn. Daarnaast bestaan een heleboel andere mogelijkheden. Naarmate je meer mogelijkheden hebt om je leven vorm te geven, kun je ook in deze tijd een fantastisch leven hebben, ook al verdien je geen 100.000 euro per jaar.’

‘Je onderzoek richtte zich dus veel meer op de praktische kant?’

Jeanine: ‘Ja, vooral op het gedrag en handelen van mensen. Ik heb zicht gekregen op wat je eigenlijk niet moet doen, wat inefficiënt gedrag is en wat de positieve ervaringen zijn van leven met minder geld. Dat laatste is een belangrijke factor geworden in het ontwerp van de aanpak van de Budgetkringen. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat mensen mogelijkheden krijgen en dat het positieve van leven met minder geld meer gestimuleerd wordt.’

‘Neeltje, kun jij voorbeelden geven van die mogelijkheden?’

Neeltje: ‘Een mooi voorbeeld is de op een Engels model gebaseerde Buurtcirkel die Pameijer is gestart. Wij willen dat onze cliënten zoveel mogelijk in de wijk wonen, met een eigen voordeur en dat ze zo min mogelijk afhankelijk zijn van professionele zorg. Daarom zijn we Buurtcirkels gaan maken, waarin onze cliënten op loopafstand van elkaar in een wijk wonen. Om te kunnen toetreden tot de Buurtcirkel, moet een cliënt zich bereid tonen om iets waarin hij goed is in te zetten voor andere mensen. Er zijn vrijwilligers die deze Buurtcirkels begeleiden. Zij wonen ook in de wijk en kennen de buurt goed. Deze vrijwilligers worden begeleid door een professional van Pameijer. In de Buurtcirkel koppelen we een cliënt die sociaal gezien makkelijk integreert maar die financieel minder kan, aan een cliënt die financieel zijn zaken goed op orde heeft maar problemen heeft in de sociale interactie. Zo helpen de cliënten elkaar, waardoor ze minder professionele hulp nodig hebben en weer een eigen netwerk kunnen opbouwen. Ook ontstaan hierdoor andere verbindingen, mensen die samen gaan eten bijvoorbeeld of samen oud en nieuw vieren. Een mooi voorbeeld van hoe wij onze visie tot uiting brengen.’

 ‘Die is psychosociaal van karakter. Is dat ook een van de hoofdstromingen van de Budgetkring?’

Jeanine: ‘Een wethouder uit Maastricht vroeg me naar aanleiding van mijn promotieonderzoek of ik niet iets kon bedenken voor mensen met financiële problemen. Dat is het Budgetkring-programma geworden. Een vertaalslag van wetenschappelijk onderbouwde inzichten en resultaten naar de praktijk van mensen. Breng mensen bij elkaar, net zoals in de Buurtcirkel, zodat ze steun ervaren, maar ook ideeën en tips kunnen uitwisselen. Dat is een kenmerk van de Budgetkring. Een sterke sociale context, zo blijkt ook uit mijn onderzoek, is goed voor je welzijn en zorgt er ook voor dat je minder hoeft uit te geven, omdat je elkaar helpt. Hoe individualistischer, hoe hoger het consumptiegedrag. Een patroon dat je heel makkelijk kunt doorbreken. Een tweede kenmerk is om met veranderingen aan de slag te gaan en zelf de regie te pakken. Niet door te focussen op wat allemaal verkeerd en slecht is, maar door bewustwording. Stel jezelf de vragen wat heb ik en wat kan ik. Bewustwording en inspiratie om zaken anders aan te pakken zijn belangrijke pijlers. Het lesmateriaal van de Budgetkring heeft als titel Gelukkig met genoeg en focust op de drie pijlers van de duurzame leefstijl: goed met geld, goed met groen en goed in je vel. We voegen nog een vierde katern aan de lesstof toe over omgaan met problemen. Degenen die succesvol downshiften kunnen goed omgaan met problemen. Maar ook luisteren naar elkaar, communicatieve vaardigheden, werken aan je eigenwaarde en lief zijn voor jezelf passeren de revue. Het allereerste en belangrijkste hoofdstuk is getiteld ‘Kiezen voor verandering’ en heeft alles te maken met die noodzakelijke eerste stap: facing reality.’

‘Is dit haalbaar?’

Neeltje: ‘Ik geloof wel in de kracht van het collectief. Voor sommige mensen zal het heel moeilijk zijn om zo’n beweging solistisch op gang te brengen. De meeste mensen duiken weg in hun ellende. Het verhaal van Jeanine past zo goed bij het Pameijer-verhaal van de Buurtcirkels en cliënten die in het bedrijfsleven werken. Laatst gaf een jobcoach aan dat onze cliënten zelfs nog meer konden dan dat hij van tevoren had gedacht. Dat is toch mooi? Als je mensen klein houdt, gaan ze zich klein gedragen. Spreek je mensen aan op hun mogelijkheden, dan bloeien ze op.’

‘Moet het niet sterker zijn dan erin geloven?’

Neeltje: ‘Het zit in onze genen als je dat bedoelt. Wij handelen uit het geven van vertrouwen en hebben hiermee negentig jaar ervaring. Wij voelen het gewoon als noodzaak om Budgetkringen op te starten. Voor ons is het wel spannend. In de folder communiceren we namelijk dat de Budgetkring niet geschikt is voor mensen die acute financiële problemen hebben door een verslaving of psychiatrische problematiek. Wij gaan op zoek naar cliënten die tot de doelgroep behoren, maar die wel stabiel zijn. Dit doen we samen met stichting Samen 010 die vrijwilligersprojecten uitvoert voor kwetsbare burgers, totdat ze zichzelf weer kunnen redden. We willen dus de Pameijer-cliënten mixen met de Samen 010-cliënten. We lopen ook voorop in het werken met ervaringsdeskundigen. In de opleiding tot ervaringsdeskundige die wij geven, zeggen we tegen de cliënten: stap uit je cliëntrol en word professional. Het zou natuurlijk mooi zijn om straks ook Budgetkringen voor mensen met een psychische beperking te kunnen organiseren’.

Jeanine: ‘De Budgetkringen leveren zoveel moois op! Een Budgetkring-programma bestaat uit gemiddeld vijftien bijeenkomsten. Gisteravond was ik bij de laatste sessie van een werkgroep in Renkum. Je ziet enorme veranderingen in vergelijking met de eerste bijeenkomst. Het werkt zo goed, omdat mensen concrete ervaringen uit hun eigen leven inbrengen. Ook de begeleiders spelen een belangrijke rol. Dat zijn bijna allemaal vrijwilligers die worden getraind voor een coachende rol.’

Neeltje: ‘Wat ons opviel bij het werven van vrijwilligers, is dat er zich veel mensen aanmeldden die zelf in het verleden ook te maken hebben gehad met financiële problematiek.’

Jeanine: ‘In de Budgetkring-aanpak moeten mensen zelf aan de slag met zaken die ze lastig vinden. De begeleiders zorgen ervoor dat de deelnemers hierin kleine stapjes zetten. De sfeer is heel positief, de feedback ook. Gekeken wordt naar wat het je oplevert en niet naar de moeite die het je heeft gekost. De deelnemers krijgen training in het eerst letten op zaken die goed zijn gegaan. Al gauw zit men dan op het juiste spoor en geven mensen elkaar over en weer complimenten. Dat is een belangrijk tegenwicht voor alle negativiteit en zelfkritiek en het jezelf klein houden.’

‘Bied je concluderend eigenlijk een nieuw rolmodel aan dat maakt dat mensen de realiteit onder ogen zien?’

Jeanine: ‘De crux van de Budgetkring is vooral de verbinding. Mensen moeten weer verbinding maken met zichzelf en bevestigd worden in hun bestaan. Daarom praten we niet over armoede versus graaiers, nee hoe red je het met 40 euro in de week? Deel eens met anderen hoe je dat doet. Vooruit en verder komen, daar gaat het om! Negatieve kritiek houdt dat proces tegen.’

 ‘Welke praktische moeilijkheden komen jullie tegen bij de implementatie van Budgetkringen?

Neeltje: ‘Voor Pameijer was het heel moeilijk om vrijwilligers te vinden. Er bleek in de gemeente Rotterdam al een heleboel aanbod te zijn op dit gebied. De Budgetkring was op een of andere manier niet onderscheidend genoeg. Op aanraden van Jeanine hebben we  gekozen voor een persoonlijke benadering en nu hebben we voldoende vrijwilligers om te starten. Dat was ons voornaamste probleem.’

Jeanine: ‘Ik stuit op een aantal hobbels. Er zijn bijvoorbeeld gemeentes die ons willen inschakelen, maar waar de uitvoerende organisaties die hiervoor nodig zijn er nog niet aan toe zijn. Zij vinden het bedreigend voor hun positie. Verder breek ik m’n hoofd over hoe we ervoor kunnen zorgen dat vrijwilligers aanblijven, nadat ze een kring begeleid hebben. Omdat het vrijwilligers zijn is er nogal wat verloop. Een andere kwestie waarover ik me zorgen maak, is dat bewindvoerders bij de hulpverlening rond financiële problematiek, het ontzorgen als belangrijkste focus hebben. Eigenlijk nemen zij de problemen over, waardoor mensen niet zelfredzaam worden. Het wordt mensen te makkelijk gemaakt, doordat er teveel voor ze wordt geregeld. Dit staat haaks op de ambitie van de Budgetkring. Mensen moeten zelf de regie pakken.’

De Budgetkring

‘Het gedachtegoed van de Budgetkring, die als ondertitel Lift je leven heeft, is ondergebracht in Stichting LIFT. Op naar een duurzame leefstijl. Het Oranjefonds heeft de Budgetkringaanpak in 2012 als een veelbelovende sociale innovatie in Nederland geselecteerd. De stichting heeft om die reden de afgelopen drieënhalf jaar ontwikkelgeld ontvangen van het Oranjefonds groeiprogramma. Stichting LIFT zoekt partnerschappen met organisaties, levert kennis en traint mensen. De stichting werkt toe naar verzelfstandiging.