Gemeenten kunnen ondersteuning bieden voor de kosten van bewind. Voor de rechthebbende met een laag inkomen gebeurt dit nu middels de bijzondere bijstand. Is deze huidige vorm van financiering nog van deze tijd? Zijn er alternatieve, meer passende financieringsvormen voor handen? Dat is de vraag?!

Hieronder de gedachten en visie van ZELF, aangescherpt met daar waar de kansen liggen om gemeenten aan financiële zorgverleners te committeren in ketensamenwerking. Want in de keten zijn er veel mogelijkheden om met gemeenten en financiële zorgverleners te werken aan een meer integrale aanpak in de armoedebestrijding en schuldenaanpak waarin preventie, vroegsignalering en betere dienstverlening kernpunten zijn.

Balanceren en procederen

De maatschappelijke markt van bewindvoerders is erg aan verandering onderhevig. De opmars van kosten van bewind bij Gemeente is al een tijdje gaande. De druk op de pot van de bijzondere bijstand is groot. Sindsdien zijn Gemeenten en financieel zorgverleners aan het zoeken naar alternatieven om de druk van “het potje” bijzondere bijstand af te halen. Maar vooral ook om een meer passende financieringsstroom te creëren die aansluit op het type cliënt waar de maatschappelijke bewindvoering voor is bedoeld.

Medio 2017 heeft de Gemeente Deventer besloten om de uitvoering van bewind zelf op zich te nemen. Door een aantal bewindvoerders is tegen dit besluit een klacht ingediend en de ACM heeft hier een uitspraak over gedaan. Kort verwoord komt dit besluit erop neer dat gemeenten financiële zorgverlening mogen aanbieden met in acht name van interne doorberekening van marktconforme tarieven, de keuzevrijheid van de onder bewind gestelde of te stellen pers(o)n(en) en de onafhankelijkheid van de rechtspraak.

Gemeenten beseffen dat zij op de rand van de wet balanceren door te werken met vermeende voorliggende voorzieningen omdat in deze er een verschil is in bijvoorbeeld de WfT inzake mogen of moeten aanbieden van ziektekostenverzekeringen, en ook de daaruit voortvloeiende bevoegdheid om in deze verzekeringen te mogen bemiddelen. Van gemeenten mogen dan ook inspanningen worden verwacht naar de burger toe, anders dan alleen publicatie, voordat er materieel recht is gedaan aan de burger en uitsluiting van bijzondere bijstand kan plaatsvinden. Diverse uitspraken van de CRvB duiden hierop en men wacht op een proefproces om nadere jurisprudentie in deze te verkrijgen over hoe ver gemeenten bevoegdheden mogen oprekken.

Op zoek naar alternatieve financieringsmogelijkheden

In het balanceren is procederen geen evenwichtige manier om in ketensamenwerking een oplossing te vinden voor financieringsproblemen van bewind. Het advies van ZELF is te kijken naar de mogelijke bronnen van financiering.

  • De 1e mogelijkheid is financiering direct vanuit of vanwege de Raad voor de Rechtspraak:

Dit zou de meest zuivere vorm van financiering zijn voor CBM BW I, maar laat een probleem ontstaan inzake budgetadvisering, budgetcoaching, budgetbeheer en inkomensbeheer.

Voor deze vormen van financiële zorgverlening moet dat aanvullende financiering worden gevonden. Feitelijk is dit een vorm vergelijkbaar met de financiering WSNP-bewindvoerders en/of de toevoeging van een advocaat.

Financiering vanuit de RvR lijkt een gangbare weg om op termijn, na aanpassing van wet- en regelgeving, een structurele oplossing te geven voor de financiering en ontlast de gemeenten van financiële en administratieve procedures. Gemeenten zijn geneigd dit idee, indien goed onderbouwd, wel te willen ondersteunen. Alleen zoeken zij oplossingen op de korte termijn voor de ervaren druk op de bijzonder bestand.

Voordeel voor bewindvoerders is dat zij rechtstreeks bij het betaalkantoor onder overlegging van een beschikking een claimrecht verkrijgen voor de duur dat de werkzaamheden worden uitgevoerd. Bij beëindiging van een bewindvoering vindt de laatste betaling dan plaats na de afhandeling van de R&V door de rechtbank. Te denken valt aan een betaalkantoor bij het Ministerie van Sociale Zaken of het inrichten van een speciale entiteit zoals de DUO en SVB.

Voor lichtere vormen van dienstverlening dient per gemeente onderzocht te worden welke ruimte er is om dienstverlening uit de WMO of bijzondere bijstand vergoed te krijgen.

  • De 2e mogelijkheid is financiering o.b.v. WLZ:

De Sociale Verzekeringsbank (SVB) vergoedt de kosten van financiële zorgverlening voor mensen die ressorteren over de werking van de WLZ (de zwaardere zorgzwaartepakketten).

Hiermee nemen de lasten voor bijzondere bijstand af.

Gemeenten blijken grote interesse te hebben in een gedifferentieerd en op de burger in zijn specifieke situatie toegesneden zorgverlening. Naar oordeel is te vaak in het verleden gebruik gemaakt van een te zwaar of inmiddels overbodige instrument. Uiteraard verschillen de vergoedingen per ingezet instrument en waar mogelijk dienen deze in lijn te zijn met de plaatselijke WMO-verordening. Daarnaast willen gemeenten schuldbemiddeling zo snel mogelijk gaan vervangen door schuldkredieten vanwege effectiviteit en doorlooptijd.

Nader onderzocht kan worden of gewaarborgde zorg o.b.v. een PGB-budget of zorg in natura als zijnde ingekocht door de gemeente aansluiten bij de specifieke wensen van individuele gemeenten of gezamenlijke regelingen. Het BZA-artikel 6 is hierin leidend. Duidelijk is dat zorgkantoren zich actief bemoeien met de wijze waarop de zorg door belanghebbenden (of hun mentoren) wordt ingekocht, waarbij de bewindvoerder eindverantwoordelijke blijft voor het financiële gedeelte en in een spagaat terecht kan komen tussen noodzakelijke zorg en financiële verantwoording en aansprakelijkheid. Een ongewenste situatie.

Toch zijn er kansen voor een breed scala aan diensten variërend vanaf budgetadvies tot inkomensbeheer en PGB-beheer.

  • De 3e mogelijkheid is financiering o.b.v. WMO:

Gemeenten vergoeden de kosten van financiële zorgverlening voor mensen die ressorteren onder de werking van de WMO (de lichtere zorgzwaartepakketten). Hiermee nemen de lasten voor bijzondere bijstand af.

Daar waar gemeenten in staat zijn een groot deel van de kosten te alloceren bij de WLZ i.p.v. binnen de WMO zullen zij genegen zijn om in de dan nog voorkomende gevallen kosten te vergoeden.

  • De 4e bron is financiering o.b.v. bijzondere bijstand:

Het huidige systeem. Gemeenten vergoeden de kosten van financiële zorgverlening voor specifieke groepen of in situaties. Te denken valt aan: schuldenaren zonder medische problemen, noodsituaties in relaties en vluchtelingen met/zonder status.

Gemeenten zijn bereid waar nodig gewoon bijzondere bijstand te betalen indien in een specifieke casus dit door de rechtbank als zodanig wordt bepaald. Denk hierbij aan familiair bewind of zeer complexe situaties waarin een cliënt niet inpasbaar is in enige vorm van gestandaardiseerde dienstverlening. Ook voor professioneel PGB-budgetbeheer is men bereid te betalen als dit problemen voorkomt en in het belang van de onder bewind staande burger is. Mentorschap en curatele vallen eveneens onder deze visie van gemeenten.

Slim? Het is een oplossing welke zijn nut heeft bewezen. Het doet het zelfs zo goed waardoor er problemen zijn ontstaan met de betaalbaarheid ervan.

De bijzondere bijstand voorbij

De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), Wet langdurige zorg (Wlz), de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Jeugdwet vormen samen de basis van het Nederlandse zorgstelsel. In de optiek van ZELF maakt financiële zorgverlening hier integraal onderdeel van uit.

Als dit zo door ketenpartners wordt beschouwd, dan is een andere financieringswijze dan bijzondere bijstand vanzelfsprekend. De bijzondere bijstand lijkt als enige bron van financiering niet langer houdbaar. Niet budgettair, maar vooral niet omdat bijzondere bijstand voor uitzonderlijke situaties van cliënten in incidentele financiële problemen is bestemd. Om aan te sluiten bij de situatie van de cliënten, zal gedifferentieerd moeten worden omgesprongen met financiering. Oftewel, de financiering zal uit verschillende “potjes” moeten komen. Potjes die aansluiten op de situatie en duur van de hulpvraag van de cliënt.

Zo zal een belangrijk deel van financiële zorgverlening, met al haar verschillende producten en dus ook bewind, vallen onder de zorgketen van mensen die (tijdelijk) medische en psychische zorg nodig hebben. De WMO is voor deze groep mensen de beste financieringsbron.

Een ander belangrijk deel van de financiële zorgverlening valt onder de zorg voor mensen die ressorteren over de werking van de WLZ (de zwaardere zorgzwaartepakketten). Financiering vanuit de WLZ lijkt voor de groep cliënten die zorg nodig hebben voor een aandoening of beperking passend en logisch.

Als bewindvoering als financiële zorgverlening wordt gezien en integraal onderdeel uitmaakt van zorgverlening, ligt een andere financiering voor de hand. Een passende financiering bij de verschillen van de doelgroep waar de bijzondere bijstand wordt ontlast en gebruikt wordt waar die voor bedoeld is: incidentele bijstand voor mensen met een tijdelijk financieel probleem.

Noten

De Autoriteit Consument en Markt (afk. ACM) is een onafhankelijke publieke toezichthouder belast met het toezicht op de mededinging, de telecommunicatie en het consumentenrecht.

BZA artikel 6 is 1. Begeleiding omvat activiteiten aan verzekerden met een somatische, psychogeriatrische of psychiatrische aandoening of beperking, of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap die matige of zware beperkingen hebben op het terrein van:
a. de sociale redzaamheid,
b. het bewegen en verplaatsen,
c. het psychisch functioneren,
d. 
het geheugen en de oriëntatie, of
e. die matig of zwaar probleemgedrag vertonen.
2.De activiteiten, bedoeld in het eerste lid, zijn gericht op bevordering, behoud of compensatie van de zelfredzaamheid en strekken tot voorkoming van opname in een instelling of verwaarlozing van de verzekerde.
3.De activiteiten, bedoeld in het eerste lid, bestaan uit:
a. het ondersteunen bij of het oefenen met vaardigheden of handelingen,
b. het ondersteunen bij of het oefenen met het aanbrengen van structuur of het voeren van regie, of
c. het overnemen van toezicht op de verzekerde.

De Centrale Raad van Beroep (afk. CRvB) is de hoogste rechterlijke macht in Nederland in een deel van de bestuursrechtelijke geschillen en spreekt recht in een deel van de zaken waarop de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is. Het gaat hierbij met name om zaken op het gebied van sociale zekerheid, bijstand en ambtenarenrecht.

De Nederlandse Wet op het financieel toezicht (afk. Wft) regelt het toezicht op financiële instellingen in Nederland.

De Wet langdurige zorg (afk. WLZ) is per 1 januari 2015 ingevoerd en vervangt de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De Wet langdurige zorg is er voor mensen die de hele dag intensieve zorg of toezicht dichtbij nodig hebben.

De Wet maatschappelijke ondersteuning (afk. WMO) zorgt dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en blijven participeren in de samenleving. De Wmo verving de Welzijnswet, de Wet voorzieningen gehandicapten (WVG) en delen van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De gemeenten voeren de Wmo uit met veel beleidsvrijheid.

Door: Wijnand Prins Ph.D

Wijnand Prins is actief op het snijvlak van sociale zekerheid, werkgelegenheid, beroepsonderwijs en welzijn. Zijn bijzondere aandacht gaat uit naar het bevorderen van de zelfredzaamheid van burgers en de toegang tot hun rechten en plichten. Daarnaast is hij betrokken bij het ontwikkelen en besturen van sociaal maatschappelijke instellingen en dienstverleners en projecten ter bevordering van sociale inclusie.