Het aantal beschermingsbewinden stijgt in Nederland. Tot verdriet van gemeenten, die de kosten moeten betalen uit hun budget voor bijzondere bijstand. Ook Tilburg wordt ermee geconfronteerd. “Het bedrag dat we eraan uitgaven schommelde altijd rond de 8 ton, nu is het 3,9 miljoen euro”, vertelt manager Schuldhulpverlening Joke de Kock.

De gemeente wilde daarom de relatie met bewindvoerders anders inrichten. Samen met de rechtbank West-Brabant besloot Tilburg aanvragers eerst op gesprek te laten komen bij de gemeente. Iedereen die een bewind wil starten op basis van ‘problematische schulden of verkwisting’ komt samen met de aanvrager langs bij de gemeente.

Pas daarna mag de bewindvoerder een definitieve aanvraag doen bij de rechtbank. Adviseert de gemeente aan de rechtbank om de aanvraag af te wijzen, dan krijgt de bewindvoerder 250 euro voor het gesprek en de voorbereiding.

Broodwinning afpakken
“De eerste reactie van de bewindvoerders was: jullie pakken onze broodwinning af”, vertelt Joke de Kock. “Later ontstond er meer waardering voor ons werk. Tijdens het gesprek met de bewindvoerder hebben we het met de aanvrager over zaken als ‘wat is uw achtergrond, hoe is het zo gekomen, waarom wilt u onder bewind gesteld worden, weet u wat het inhoudt, zou budgetbeheer ook een mogelijkheid zijn?”

De verwachting was dat de gemeente zo’n tachtig gesprekken per maand zou moeten voeren. Het werden er zo’n 35, en nu zijn het er nog maar zo’n 12 per maand.

Afname stijging schuldenbewinden
Het resultaat: beter passende dienstverlening, stelt De Kock. “Na een poosje gingen de bewindvoerders ons zelf bellen en vroegen ze: is deze situatie eigenlijk wel een goede reden voor een onder bewind-stelling?”

Het resultaat: nog steeds stijgt het aantal schuldenbewinden, maar het stijgt minder snel. Landelijk nam de toename af met 19 %, in Tilburg was dat 50 %. Anders geformuleerd: het aantal Tilburgse schuldenbewinden nam in 2018 nog maar half zoveel toe als in 2017.

Sommige bewindvoerders stopten omdat ze vonden dat Tilburg hen teveel op de vingers keek. De Kock: “Bewindvoerders zelf zeiden: er wordt heel negatief naar ons gekeken door de buitenwereld. We zien goede collega’s, maar er zijn er ook die er een verdienmodel van maken. Wij vinden het ook belangrijk om het kaf van het koren te scheiden.”

Klanten beschermen
Bijkomend voordeel van de gesprekken is dat de gemeente meer zicht krijgt op de klantgroep die onder bewind gaat. Dat zorgt aan de kant van de gemeente ook voor meer waardering voor het werk van bewindvoerders. “We zijn blij met professionele bewindvoerders die klanten beschermen tegen de maatschappij en tegen zichzelf”, schetst De Kock.

Het gevoel bij bewindvoerders dat de gemeente zich met hun zaken ‘bemoeit’ ebt snel weg, merkt De Kock. “We gaan uit van vertrouwen. Het is fijn als je elkaar kent en dilemma’s met elkaar kunt bespreken. Als er schulden zijn, bieden we onze hulp aan. Voor een bewindvoerder is een gemeente ook nogal een bolwerk. We zorgen dat, als er schulden zijn, de ondersteuning vloeiend verloopt. Maar we vinden het ook belangrijk dat bewindvoerders of zorgverleners onze sociale kaart kennen. Sommige bewindvoerders doen in het hele land zaken. Elke gemeente heeft zijn eigen instrumentarium om mensen te helpen. Die moet je ook als bewindvoerder goed kennen. Mijn ideaal is eigenlijk dat bewindvoerders werken voor maximaal vijf gemeenten; daar kun je de sociale kaart nog wel van in je hoofd krijgen”.

Onbetaalbaar instrument
De Kock denkt dat de Tilburgse aanpak voor heel Nederland toepasbaar is. “We snappen allemaal dat het niet door kan gaan zoals het nu gaat. Dan wordt bewindvoering een voor gemeenten een onbetaalbaar instrument. Rechtbanken, bewindvoerders en gemeenten moeten hierin alle drie hun verantwoordelijkheid nemen. Het gaat erom dat alle partijen zich ervan bewust zijn dat ze maatschappelijke waarde moeten leveren.”

Dat bewustzijn wenst ze ook de landelijke overheid toe. “Want we moeten het er natuurlijk ook over hebben: hoe komt het nu dat er veel meer onder bewind-stellingen zijn dan vroeger? Dat komt vooral omdat de financiële wereld zo ingewikkeld is.”

Ingewikkeld gemaakt
“Voor een bepaalde groep is beschermingsbewind nodig, maar voor een ander deel is het vooral de vraag: waarom hebben we de wereld zo ingewikkeld gemaakt? Daar kunnen schuldhulpverleners ook iets betekenen, door een laagdrempelige intake bijvoorbeeld. En door vaker de vraag te stellen: wie ben jij, hoe komt dit, kunnen we andere middelen vanuit de gemeente inzetten om jou te helpen?”

Daarbij wil ze schuldeisers niet vergeten. “Richting hen geldt dat je de afspraken die je maakt, ook nakomt. Als zij voelen dat je ze het maximale hebt geboden, dan kan je bij het schuldregelen veel voor elkaar krijgen. In Tilburg hebben we in 2018 een bedrag van 19 miljoen aan schulden minnelijk geregeld! Dat kan omdat we onze keten op orde hebben.”

‘Werk samen met financieel zorgverleners’
Marcel Kooi en Erwin Bel van de beweging voor maatschappelijke bewindvoerders ZELF denken dat de Tilburgse aanpak helpt om hulpvragers “de best passende zorg” te bieden. Maar ze hebben ook verbetertips. “Het plan zou completer zijn als gemeenten in samenwerking met financieel zorgverleners op zoek zouden gaan naar de beste hulp”, zeggen ze.

De kosten van het aantal schuldenbewinden kan nooit een doel op zich zijn, vindt ZELF. “Een schuldenbewind is slechts een instrument in het palet van financiële zorgverlening. De vraag moet zijn: hoe neemt het aantal personen in de problematische schulden af? Draagt de manier waarop mensen gebruik maken van voorzieningen -waar ze recht op hebben- bij aan het voorkomen van recidive? Wij denken dat gemeenten zelf niet in staat zijn het aantal mensen met schulden te verminderen. Een schuldhulpverlener is er voor het oplossen van problematische schulden. Een bewindvoerder of financieel zorgverlener richt zich op het op orde houden van de financiële huishouding en op het ontwikkelen van competenties zodat de hulpvrager niet (weer) in de financiële problemen komt.”

Onderliggend probleem is de ingewikkeldheid van het Nederlandse systeem, zeggen Kooi en Bel. “De gemeentelijke regelingen zijn heel divers. De schuldhulpverlening zou veel meer uniform moeten zijn. Zodat een hulpvrager de beste hulp krijgt, waar ‘ie ook woont in dit land. Als we doorgaan met het steeds complexer maken van de samenleving, is straks iedereen aangewezen op een bewindvoerder en wordt het onbetaalbaar. Die oorzaak moeten we aanpakken. Het is geen oplossing als je met het oog op kostenvermindering voor de gemeentelijke organisatie alleen gaat kijken naar wie precies welke voorziening aanbiedt. De focus moet liggen op de maatschappelijke kosten en baten.”

Op donderdag 5 maart gaan Erwin Bel en Joke de Kock met elkaar in gesprek over dit onderwerp, tijdens een donderdagmiddagsessie op het NVVK-bureau in Utrecht. Interesse? Meld je hier aan.

Het eindrapport over het Tilburgse experiment staat hier

Dit artikel is geschreven door Auke Schouwstra, communicatie adviseur bij de NVVK.